4-5. Omgevingsinstelling
Stel de temp.eenheid in voor deze systeemweergave.
4-6. Accountinstelling
Maximaal 30 accounts kunnen worden ingesteld. (Maximaal 10 accounts kunnen tegelijkertijd worden ingesteld.)
(2)
(3)
3
Nl-56
(4)
4
(5)
(1) Selecteer [ºC] of [ºF] als temp.eenheid en tik het aan.
(2) Tik op de [Instelling]-toets.
(1) Meld u aan met het account dat is grgist bij Instell op afst. van
het hoofdtoestel of het beheerdersrechtenaccount. → Zie 4-1.
(2) Tik op de MENU-toets.
(3) Tik op de [Account instelling].
(4) Tik op de Toev.-toets.
(5) Stel het item in en tik op de [OK]-toets.
Nr.
Item
„Gebruikers-ID"
„Wachtwoord"
„Type"
3
„Groep"
4
* Wanneer u R.C.G. gebruikt die niet geregistreerd is in de groep,
selecteer „Niet-geregistreerde Groep RCG".
Beschrijving
Stelt de gebruikers-ID in.
Stelt het wachtwoord in.
Selecteert de autoriteit.
Administrator: bedient alle groepen.
Gebruiker: bestuurt alleen de
groepen die zijn ingesteld op
„Groep".
Bovendien kan de accountinstelling
niet worden bediend.
Selecteert de groep die moet
worden gecontroleerd wanneer
„Gebruiker" is ingesteld voor
autoriteit.* (Wanneer „Administrator"
is ingesteld op autoriteit, is deze
selectie niet vereist.)