3-5-8. Instelling mail
Stelt de mailadresbestemming in wanneer „Foutnotificatie" of „Not. op kamrtemp." wordt verzonden.
(3)
(1)
3-5-8-1. Instelling mail
3
Nl-48
(2)
4
5
3
(1) Tik op de MENU-toets.
(2) Tik op [Install.-inst.].
(3) Tik op [Instelling mail].
(4) Selecteer de instelfunctie.
Nr.
Item
Voert het instellen van de mailaccount,
„Instelling mail"
enz. in.
→Zie 3-5-8-1.
Voert de instelling van
„Instel srvr"
mailserververbinding uit.→Zie 3-5-8-2.
* Nadat de serverinstelling is uitgevoerd, voert u de mailinstelling
uit.
(1) Stel het item in en tik op de [OK]-toets.
Nr.
Item
„Foutnotificatie"
„E-mailadres"
„Overdrachttest"
3
„Not. op
kamrtemp."
4
(„Limiet Laag")
(*2)
„Not. op
kamrtemp."
5
(„Limiet Hoog")
(*2)
(*1) Als het verzenden van mail mislukt is, wordt de reden voor
het falen van het verzenden weergegeven. Wanneer een
mailserverfout wordt weergegeven in een foutmelding, neem
dan contact op met het mailservermanagementbedrijf. Voor
andere berichten, controleer de juiste instellingen in deze
controller
(*2) Voor melding van de kamertemperatuur, moet de bedrade
afstandsbediening worden aangesloten op de binneneenheid
en moet de sensor van de afstandsbediening zijn
ingeschakeld.
Voor de instelmethode, zie de handleiding van de
afstandsbediening.
* Als de serverinstelling niet correct is, wordt e-mail niet
verzonden. Raadpleeg uw e-mailprovider voor meer informatie.
Beschrijving
Beschrijving
Stelt „Activ." of „Deactiv." van
mailnotificatie in wanneer een fout
optreedt.
Stelt de mailadresbestemming in
wanneer „Foutnotificatie" of „Not. op
kamrtemp." wordt verzonden.
Voert een „Overdrachttest" uit om de
notificatiemail te verzenden.
Weergave van overdrachtresultaat:
„Verzenden van mail mislukt." (*1)/
„Mail verstuurd."
Stelt de ondergrens van de kamer in
voor het verzenden van mail.
„Limiet Laag": -15,5 ºC
Stelt de bovengrens in van de
kamertemperatuur voor het verzenden
van mail.
„Limiet Hoog": 63,5 ºC