4
3-4-3. Informatie
De versie van deze software en het MAC-adres worden weergegeven.
(3)
(1)
Nl-40
3
(2)
(4) Selecteer de eenheid waarvan de sensorwaarde is
gecontroleerd.
„Binnendeel" / „Buitendeel"
(5) Het scherm van de geselecteerde eenheid wordt weergegeven.
(Tik op de [Sluit]-toets om af te sluiten.)
Voor „Binnendeel"
Eerste regel: Koelsysteemnr. – Eenheidnr. –
Afstandsbedieningadresnr.
Tweede regel: groepnaam
Derde regel: R.C.G.-naam
Voor „Buitendeel"
Koelsysteemnr. – Eenheidnr.
(6) Sensorwaarde van de aangetikte eenheid worden
weergegeven.
„Sensornaam"
„Waarde"
3 „Dat.& td"
4 [Mail]: wanneer op de [Mail]-toets wordt getikt, wordt het
scherm „Send" weergegeven en wordt sensorwaarde-
informatie naar het ingestelde mailadres verzonden.→Zie
3-5-8.
(1) Tik op de MENU-toets.
(2) Tik op [Onderhoud].
(3) Tik op [Informatie].
(4) De versie van deze software en het MAC-adres worden
weergegeven.