3-4. Onderhoud
Onderhoudsmenu's zijn beschikbaar.
Wanneer bij het opstarten een wachtwoord is ingesteld, voer dit wachtwoord dan in. (Zie 3-3-5.)
3-4-1. Foutgeschiedenis
De geschiedenis van opgetreden fouten kan worden bekeken.
[Er kunnen maximaal 200 fouten worden weergegeven in „Fout Historie". Als de foutgeschiedenis de 200 overschrijdt, wordt
de oudste geschiedenis verwijderd.]
(1)
3
7
3-4-2. Sensorwaarden weergeven
Controleren en weergeven van de sensorwaarden van binneneenheid en buiteneenheid.
(1)
(3)
(2)
4
5
6
(3)
(2)
(1) Tik op de MENU-toets.
(2) Tik op [Onderhoud].
(3) Tik op [Fout Historie].
(4) Foutgeschiedenis wordt weergegeven.
„Nr.": weergegeven in aflopende volgorde van datum en tijd
van optreden.
„Datum/tijd": Datum en tijd van optreden van fout
3 „Naam": Eenheden waar een fout optreedt (één van
„Binneneenheid" • R.C.G.-naam, „Buiteneenheid"
en „Centrale controller")
4 „Adres": Adres van de eenheden waar een fout optreedt
„Binneneenheid": Koelsysteemnr. – Eenheidnr. –
R.C.G. intern identificatienr.
„Buiteneenheid": Koelsysteemnr. - Eenheidnr.
„Centrale controller": Adres van deze controller
5 „Modelnaam": één van „Binneneenheid" (R.C.G.-naam),
„Buiteneenheid" en „Centrale controller"
6 „Foutcode"
7 [Wis alles]: Alle foutgeschiedenis wissen.
(1) Tik op de MENU-toets.
(2) Tik op [Onderhoud].
(3) Tik op [Toon waarden].
Nl-39