De status van het circuit is Off.
De compressor neemt geen belasting
meer op en ontlast ook niet, het circuit
wordt onmiddellijk gestopt.
Het pictogram van de bel op het display
van de regeleenheid beweegt.
String in de alarmlijst:
CxCmp1 OffEvpPressLo
String in het logboek alarmen:
CxCmp1 OffEvpPressLo
String in de snapshot alarm
CxCmp1 OffEvpPressLo
Reset
Lokale HMI
Netwerk
Auto
5.6.19
Alarm lage drukverhouding [Low Pressure Ratio Alarm]
Dit alarm geeft aan dat de verhouding tussen de verdampings- en de condensatiedruk onder een grenswaarde ligt die
afhankelijk is van de snelheid van de compressor en een juiste smering voor de compressor garandeert.
Symptoom
De status van het circuit is Off.
Het circuit wordt gestopt.
Het pictogram van de bel op het display
van de regeleenheid beweegt.
String in de alarmlijst:
CxCmp1 OffPrRatioLo
String in het logboek alarmen:
CxCmp1 OffPrRatioLo
String in de snapshot alarm
CxCmp1 OffPrRatioLo
Reset
Lokale HMI
Netwerk
Auto
D-EOMZC00309-19NL
Gebruiksaanwijzing
57/61
Voorbijgaande
toestand
zoals
synchronisatie van een ventilator (A/C-
systemen).
Koelmiddelvulling te laag.
Beveiligingslimiet
niet
ingesteld
overeenstemming met de toepassing van
de klant.
Hoge verdamper methode.
Het
waterdebiet
in
waterwarmtewisselaar is te laag.
De omvormer van de verdampingsdruk
werkt niet naar behoren.
EEXV functioneert niet naar behoren.
De EEXV opent niet voldoende of beweegt
in de tegenovergestelde richting.
Lage watertemperatuur
A/C-systemen
W/C-systemen
Oorzaak
De compressor in niet in staat om de
minimale compressie te ontwikkelen.
de
Wacht totdat de toestand hersteld wordt
door de EXV-besturing
Controleer
via
het
kijkglas
vloeistofleiding of er verdampingsgas
aanwezig is.
Meet de subkoeling om te kijken of de
vulling correct is.
in
Controleer de gekozen methode voor de
verdamper
en
de
watertemperatuur om de ingestelde lage
druk te beoordelen.
Reinig de verdamper
Controleer de kwaliteit van de vloeistof die
in de warmtewisselaar stroomt.
Controleer het percentage en het type
glycol (ethyleen of propyleen)
de
Verhoog het waterdebiet.
Controleer of de waterpomp van de
verdamper correct functioneert en het
correcte waterdebiet levert.
Controleer de correcte werking van de
sensor en kalibreer de lezingen met een
manometer.
Controleer of afzuigingsprocedure kan
worden
voltooid
voor
druklimiet;
Controleer
de
bewegingen
expansieklep.
Controleer de aansluiting op de aandrijving
van de klep op het schakelschema.
Meet de weerstand van elke wikkeling,
deze mag niet gelijk zijn aan 0 Ohm.
Verhoog de inlaattemperatuur van het
water.
Controleer de veiligheidsinstellingen van
de lage druk.
Opmerking
Oplossing
Controleer
de
instelwaarde
instellingen van de ventilator, deze zouden
te laag kunnen zijn (A/C-systemen).
Controleer
de
door
de
opgenomen stroom en de afgevoerde
oververhitting.
De
compressor
beschadigd kunnen zijn.
Controleer of de druksensoren voor
aanzuiging/afvoer goed werken.
Controleer of de interne ontlastingsklep
tijdens eerdere werking niet geopend is
(controleer de geschiedenis van het
systeem).
Opmerking:
Als het verschil tussen de aanzuig- en
afvoerdruk groter is dan 22bar, is de
interne ontlastingsklep geopend en moet
vervangen worden.
Inspecteer de poortrotoren/schroefrotoren
op mogelijke schade.
Controleer
of
de
koeltoren
driewegsventielen juist werken en goed
ingesteld zijn.
Opmerking
EWAD TZB
EWAD/H TZC
EWAD MZ
op
de
bijbehorende
de
bereikte
van
de
en
de
compressor
zou
of
de