•
Positieweergave: hiermee selecteert u
de positieweergave waarmee een locatie
wordt aangeduid.
•
Kaartdatum: stelt het coördinaten-
systeem van de kaart in.
•
Kaartsferoïde: geeft het
coördinatensysteem weer dat door het
toestel wordt gebruikt. Het standaard-
coördinatensysteem is WGS 84.
hoogtemeterinstellingen
Selecteer Stel in > Hoogtemeter in het
hoofdmenu.
•
Automatische kalibratie: de
hoogtemeter voert automatisch een
kalibratie uit telkens wanneer u het
toestel inschakelt.
•
Barometermodus
Variabele hoogte: de barometer
◦
werkt wanneer u in beweging bent.
GPSMAP 62-serie – gebruikershandleiding
Vaste hoogte: de barometer werkt
◦
wanneer u niet in beweging bent.
•
Luchtdruktrend
◦
Sla op bij aanzetten: slaat lucht-
drukgegevens alleen op wanneer het
toestel wordt ingeschakeld. Dit kan
handig zijn als u let op weerfronten.
◦
Sla altijd op: slaat de luchtdrukgege-
vens om de vijftien minuten op, zelfs
als het toestel is uitgeschakeld.
•
Profieltype
Hoogte/tijd: hiermee worden
◦
hoogteverschillen over een bepaalde
tijdsduur geregistreerd.
Hoogte/afstand: hiermee worden
◦
hoogteverschillen over een afstand
geregistreerd.
◦
Barometerdruk: hiermee wordt de
barometerdruk over een bepaalde
tijdsduur geregistreerd.
Uw toestel aanpassen