B
Gebruik van het toestel
• Wanneer de kabel beschadigd is of moet worden vervangen, moet deze handeling door de
dienst na verkoop worden uitgevoerd met specifiek gereedschap om elk ongeval te vermijden.
• Wanneer het toestel rechtstreeks op het net is aangesloten, moet een differentieelschakelaar
worden aangesloten met een opening van minstens 3 mm tussen de contactpunten.
• De installateur moet zich ervan vergewissen dat de elektrische aansluiting correct is
uitgevoerd in overeenstemming met de veiligheidsregels.
• De kabel mag niet geplooid of platgedrukt worden.
• De kabel moet regelmatig gecontroleerd worden en mag enkel vervangen worden door
een bevoegd technicus.
WAARSCHUWING
Het binnenoppervlak en het voedingssnoer van de plaat
zijn na de installatie niet meer toegankelijk.
116
NL