•
De veiligheid van de vaatwasmachine niet in het gedrang komt door het ach-
teraf inbouwen van de doseertechniek.
•
Alleen hiervoor voldoende gekwalificeerd en geautoriseerd personeel de vaat-
wasmachine bedient, onderhoudt en repareert.
•
Niemand op de geopende deur gaat zitten of staan.
•
Het personeel regelmatig wordt geïnstrueerd over van toepassing zijnde kwes-
ties met betrekking tot arbeidsveiligheid en milieubescherming en dat het per-
soneel de gebruiksaanwijzing en in het bijzonder de daarin opgenomen veilig-
heidsinstructies kent.
•
De omgeving van de machine is beoordeeld met betrekking tot gevaren voor
andere personen zoals kinderen of personen met een lichamelijke, sensorische
of geestelijke beperking of een tekort aan ervaring of kennis op dit gebied. Bij
twijfel moeten optionele startfuncties worden uitgeschakeld die afwijken van de
bewuste opzettelijke handeling (= bediening op het display).
•
De vaatwasmachine uitsluitend in onberispelijke, functionele toestand wordt
gebruikt en alle veiligheidsvoorzieningen en afdekplaten zijn gemonteerd.
•
De veiligheids- en schakelvoorzieningen regelmatig op hun functionaliteit wor-
den gecontroleerd.
•
Vaatwasmachines die aan de achterzijde toegankelijk zijn, alleen mogen wor-
den gebruikt als een afdekking op de achterwand is aangebracht.
•
Noodzakelijke persoonlijke veiligheidsmiddelen voor onderhouds- en reparatie-
personeel beschikbaar zijn en worden gedragen.
•
Bij alle regelmatige onderhoudsbeurten alle veiligheidsvoorzieningen van de
vaatwasmachine aan een functietest worden onderworpen.
•
Alle op de vaatwasmachine aangebrachte veiligheidsinstructies en waarschu-
wingen niet worden verwijderd en leesbaar zijn.
•
Onderhoud (onderhoud en inspectie) op optionele onderdelen wordt uitgevoerd
volgens de in de bijbehorende gebruiksaanwijzing vermelde specificaties.
•
Na de montage, inbedrijfstelling en overdracht van de vaatwasmachine bij de
klant/exploitant geen wijzigingen worden uitgevoerd (bijv.: elektrische en me-
chanische componenten van de machine).
•
Conform de normen DIN 10510, 10511 en 10512 mag energie-efficiënte appa-
ratuur niet leiden tot een verlaging van de noodzakelijke bedrijfstemperaturen.
Als desondanks energie-efficiënte apparatuur wordt gebruikt, is MEIKO niet
aansprakelijk voor slechtere wasresultaten en de hygiënische omstandigheden.
Aanwijzingen voor het gebruik van de vaatwasmachine:
•
Gebruik de vaatwasmachine alleen onder toezicht van geïnstrueerd personeel.
•
Gebruik de vaatwasmachine niet bij onduidelijkheden met betrekking tot de be-
diening.
•
Sluit altijd alle deuren en afdekkingen.
•
Draag geschikte werkkleding.
•
Draag bij werkzaamheden aan de vaatwasmachine geschikte veiligheidshand-
schoenen.
•
Laat machineonderdelen en vaatwerk afkoelen voordat u ze aanraakt.
•
Aan het einde van de werkzaamheden:
•
Schakel de vaatwasmachine uit met de ter plaatse aangebrachte stroomon-
derbreker. Deze bevindt zich in de elektrische toevoerleiding van de ma-
chine.
•
Sluit de ter plaatse aangebrachte afsluitklep in de leidingwateraansluiting.
Aanwijzingen voor het gebruik van reinigings- en naglansmiddelen:
•
Gebruik alleen reinigings- en naglansmiddelen die geschikt zijn voor professio-
nele vaatwasmachines.
•
Informeer bij de aanbieders van de producten.
11 / 64
9763297