4-takt-modus met wisselende lasmethodes
I
1e takt:
•
Toortsknop indrukken en vasthouden
•
Er stroomt beschermgas uit (gasvoorstromen).
•
Draadtoevoermotor loopt mee op "langzame-invoersnelheid".
•
De vlamboog ontsteekt nadat de draadelektrode op het werkstuk terechtkomt,
de lasstroom vloeit.
•
Starten van de methodewisseling beginnend bij methode P
Van lasmethode verwisselen op de aangegeven tijden (t
methode P
A
Heeft men een standaardmethode voor de JOB ingesteld dan wordt er eerst naar de
standaardmethode en vervolgens naar de pulsmethode overgeschakeld. Voor een omgekeerde
configuratie geldt hetzelfde.
2e takt:
•
Branderknop loslaten (zonder effect)
3e takt:
•
Toortsknop indrukken (zonder effect)
4e takt:
•
Laat de toortsknop los
•
De superpuls-functie wordt beëindigd.
•
Draadtoevoermotor stopt.
•
De vlamboog dooft na afloop van de ingestelde terugbrandtijd van de draad.
•
De gasnastroomtijd loopt af.
Deze functie kan met behulp van PC300.Net software worden geactiveerd.
Zie de handleiding van de software.
099-004838-EW505
15.12.2011
1.
P
B
P
A
en de tegenovergestelde methode P
2.
3.
Afbeelding 5-21
:
A
en t
) en tussen de in de JOB opgeslagen
2
3
B
INSTRUCTIE
Opbouw en functie
MIG/MAG-lassen
4.
t
t
t
53