Praktische aanwijzingen voor gebruik en
onderhoud
1 . Bij de keuze en het gebruik van spanbanden moet rekening
worden gehouden met de vereiste spankracht zowel als de
gebruikswijze en de eigenschappen van de lading die vast moet
worden gezet . Niet alleen de afmetingen, de vorm en het gewicht
van de lading bepalen de juiste keuze maar ook de voorgenomen
toepassingswijze, de transportomgeving en om welk soort lading
het gaat . Vanwege de stabiliteit moeten voor neersjorren minstens
2 gelijke spanbanden gebruikt worden terwijl voor diagonaal
vastsjorren 2 paar gelijke spanbanden nodig zijn .
2 . Het type spanband moet voor het doel waarvoor de band gebruikt
wordt zowel sterk als lang genoeg zijn en wat betreft de manier
van vastzetten van de juiste lengte zijn . Zorg altijd voor een goed
gebruik van spanbanden:
–
Het aanbrengen en verwijderen van spanbanden moet voor de
start van het transport gepland worden .
–
Bij transport over grote afstanden moet rekening worden
gehouden met het feit dat de vracht in delen wordt gelost .
–
Bereken het aantal spanbanden volgens prEN 12195-1:1995 .
–
Voor neersjorren mogen alleen systemen gebruikt worden
waarop op het etiket STF aangegeven staat .
–
Controleer regelmatig de trekkracht, in het bijzonder kort na het
begin van de reis .
3 . Door verschillen in gedrag en lengteveranderingen bij belasting
mogen verschillende spanmiddelen (bijv . spankettingen en
spanbanden van chemische vezels) niet door elkaar gebruikt
worden om één en dezelfde lading vast te zetten .
38 NL/BE