11-1 MOTORLUCHTFILTER
LET OP: Zorg dat vuil of stof het schuimrubberen
filterelement niet kan verstoppen.
Het motorluchtfilterelement moet worden onderhouden
(schoongemaakt) na 25 uur normaal maaien. Het
schuimrubberen filterelement moet regelmatig
schoongemaakt worden wanneer de grasmaaier onder
droge en stoffige omstandigheden wordt gebruikt.
(raadpleeg de GEBRUIKSAANWIJZING VOOR DE
MOTOR)
LUCHTFILTER SCHOONMAKEN
1. Verwijder de schroef.
2. Verwijder de beschermkap.
3. Was het filterelement met water en zeep. GEBRUIK
GEEN BENZINE!
4. Droog het element in de open lucht.
5. Plaats een paar druppels SAE30-olie op het
schuimrubberen filterelement en knijp het stevig
samen om overtollige olie te verwijderen.
6. Plaats het filter terug.
OPMERKING: Vervang het filter als het is
gerafeld, gescheurd en beschadigd of het niet meer kan
worden schoongemaakt. (zie afb. 24)
11-2 MAAIMES
LET OP: Maak de bougiekabel los en aard deze
voordat u aan het maaimes gaat werken om per ongeluk
starten te voorkomen. Bescherm uw handen
door werkhandschoenen te dragen of een doek te
gebruiken als u het maaimes vastpakt.
Kantel de grasmaaier zoals aangegeven in de aparte
gebruiksaanwijzing voor de motor. Verwijder de
zeskantbout en ring waarmee het maaimes en
bijbehorende adapter op de uitgaande as van de motor
zijn bevestigd. Verwijder het maaimes en de adapter
vanaf de uitgaande as van de motor.
WAARSCHUWING: Controleer regelmatig de
maaimesadapter op scheuren, vooral na het raken van
een vreemd voorwerp. Vervang indien nodig.
Voor het beste resultaat moet het maaimes scherp zijn.
Het maaimes kan weer scherp worden gemaakt door het
te verwijderen en de snijkant te slijpen of te vijlen, waarbij
de originele snijhoek zo goed mogelijk gehandhaafd moet
blijven. Het is uitermate belangrijk dat elke snijkant
evenveel wordt geslepen om te voorkomen dat het
maaimes in onbalans raakt. Een onjuiste balans van het
maaimes veroorzaakt sterke trillingen dat weer kan leiden
tot eventuele schade aan de motor en grasmaaier. Zorg
dat het maaimes zorgvuldig uitgebalanceerd wordt na het
slijpen. De balans van het maaimes kan worden
gecontroleerd door het op de ronde steel van een
schroevendraaier te balanceren. Verwijder een beetje
materiaal van het zwaardere gedeelte totdat de balans
weer is hersteld. (zie afb. 25)
46
Voordat het maaimes en de adapter weer op de
grasmaaier gemonteerd worden, smeert u de uitgaande
as van de motor en de binnenkant van de
maaimesadapter met een lichte olie. Monteer de
maaimesadapter op de uitgaande as van de motor met de
"ster" in de richting afgekeerd van de motor. (zie afb. 25)
Monteer het maaimes met het onderdeelnummer
afgekeerd van de adapter. Leg de ring op juiste wijze op
het maaimes en steek de zeskantbout erdoor. Draai de
zeskantbout vast met een draaikoppel, zoals hieronder
aangegeven.
11-3 DRAAIKOPPEL VOOR MAAIMES
De centrale bout moet worden aangedraaid met een
draaikoppel van 35 tot 45 Nm. Om veilig gebruik van uw
grasmaaier zeker te stellen. Alle moeren en bouten
moeten regelmatig nagekeken worden of ze nog goed
vastzitten. Na langdurig gebruik, vooral op ondergronden
met veel zand, zal het maaimes slijten en zijn
oorspronkelijke vorm verliezen. Het maaien gaat steeds
slechter en het maaimes moet worden vervangen.
Vervang het alleen met een origineel DOLMAR-
vervangingsonderdeel. De fabrikant is niet
verantwoordelijk voor eventuele schade die veroorzaakt
wordt door de onbalans van het maaimes.
Bij vervanging van het maaimes moet u gebruikmaken
een origineel vervangingsonderdeel waarvan het nummer
is aangegeven op het maaimes (DOLMAR 263001451)
(het maaimes kunt u bestellen bij uw plaatselijke dealer of
door telefonisch contact op te nemen met ons bedrijf).
WAARSCHUWING: Raak het draaiende
maaimes niet aan.
11-4 MOTOR
Raadpleeg de aparte gebruiksaanwijzing voor de motor
voor aanwijzingen met betrekking tot motoronderhoud.
Behandel de motorolie zoals aangegeven in de aparte
gebruiksaanwijzing voor de motor dat bij de grasmaaier is
geleverd.
Lees en volg de instructies zorgvuldig.
Onderhoud onder normale omstandigheden het luchtfilter
zoals aangegeven in de aparte gebruiksaanwijzing voor
de motor. Bij zeer stoffige omstandigheden moet het
steeds na enkele uren schoongemaakt worden. Slechte
motorprestaties en het verzuipen van de motor zijn
meestal aanwijzingen dat het luchtfilter onderhouden
moet worden.
Raadpleeg de aparte gebruiksaanwijzing voor de motor
die bij de grasmaaier is geleverd, voor het onderhoud van
het luchtfilter.
Een keer per seizoen moet de bougie worden
schoongemaakt en de elektrodenafstand opnieuw worden
ingesteld. Het wordt aangeraden om aan het begin van
elk maaiseizoen de bougie te vervangen. Raadpleeg de
aparte gebruiksaanwijzing voor de motor voor het juiste
bougietype en specificatie van de elektrodenafstand.
Maak de motor regelmatig schoon met een doek of
borstel. Houd het koelsysteem (ventilatorbehuizing)
schoon om een goede luchtcirculatie te realiseren die
essentieel is voor het vermogen en de levensduur van de
motor. Zorg dat al het gras, vuil en brandbare rommel
rondom de geluiddemper is verwijderd.