5.3
Leiding monteren
8
De exacte instelling van het meetbereik en van het nulpunt bepalen
de nauwkeurigheid van de meetresultaten.
Om het nulpunt in te stellen moet het systeem drukloos zijn: de
meetleiding is nog niet aangesloten of de ontluchtingskraan (2)
is open.
1.
Meetbereik bepalen:
Stookolie EL en dieselbrandstof: meetbereik = tankhoogte.
Andere vloeistoffen: zie pagina 12.
2.
Afdekglas verwijderen (1).
3.
Meetbereik nauwkeurig instellen (3).
4.
Zachtjes tegen de zijkant van de behuizing kloppen.
5.
Nulpunt corrigeren (4): Wijzer op "0" plaatsen met maximaal 1
draai naar links of rechts.
6.
Indien nodig voorzichtig de literschaal (optioneel) plaatsen en
het afdekglas sluiten.
7.
Ontluchtingskraan sluiten
Afbeelding 2: Unitop zonder (links) en met condensatievat (rechts)
Indien aan de tank geen aansluitdraad meer vrij is, kunnen
verschillende leidingen met behulp van de combinatie-armatuur
Euroflex 3 op een G1"-aansluitdraad worden samengebracht.
1.
Standleiding zo in de tank bevestigen dat het uiteinde van de
leiding zich onderaan ongeveer 20 mm boven het diepste punt
van de tankbodem bevindt.
2.
De meetleiding met een continue hellingsgraad zonder knikken
en zonder waterzakken plaatsen.
1
Unitop
2
Meetleiding
Standleiding
3
4
Condensatie-
vat
Unitop 1200, 3000, 4000