•
Installatie:
Tijdens de installatie moet de netschakelaar worden losgekoppeld.
•
De installatie mag alleen worden uitgevoerd door gekwalificeerde / geschoolde technici met
een gedegen kennis van elektriciteit en de relevante normen.
•
Aansluiting van de netspanning mag alleen door een geautoriseerde elektricien worden
uitgevoerd.
•
De installatie moet worden uitgevoerd met inachtneming van de relevante persoonlijke
bescherming die van toepassing is op de aard van de werkzaamheden.
•
De installatie mag alleen worden uitgevoerd als de relevante hoofdstukken in deze handleiding
zijn gelezen en begrepen door de installateur.
•
Het is niet toegestaan de controller te gebruiken zonder aangesloten aarding. Het ontbreken
van een beschermingsleiding leidt tot gevaarlijke spanningen in de controllerbehuizing.
•
Tijdens de configuratie van de parameters moet al het personeel uit de buurt van de deur en uit
de buurt van het traject van de deur blijven.
•
De deurcontroller moet worden geïnstalleerd in een geschikte behuizing die bestemd is voor de
omgeving van de installatie.
•
Installeer de deurcontroller niet op bewegende delen. Niet vibrerend en niet bewegend.
•
De deurcontroller mag niet in direct of direct weerkaatst zonlicht worden geïnstalleerd.
•
Voor de aansluiting van de deurcontroller op de motor moet een goed afgeschermde kabel
worden gebruikt, zoals aangegeven in de handleiding.
•
De controller mag in geen geval zonder de CEE-stekker of een volledig losgekoppelde stekker
voor de netvoeding worden gebruikt.
•
De netschakelaar of de CEE-stekker moet binnen handbereik zijn.
•
Het bedieningspaneel zal niet werken als de interne +24V-voeding kortgesloten is. Het display
geeft een foutmelding en er klinkt een alarm.
•
Bedien of schakel de controller niet in als er condens aanwezig is.
•
De deur moet zodanig zijn ontworpen dat deze bestand is tegen de mechanische krachten die
tijdens een noodstop optreden.
•
Reiniging & service:
Tijdens het onderhoud, de reiniging en de reparatie van de installatie moet de netspanning
gedurende minstens 5 minuten zijn uitgeschakeld voordat het apparaat op enigerlei wijze
wordt onderhouden
•
De deurcontroller mag tijdens de reiniging niet worden blootgesteld aan stoom of vochtigheid,
gebruik eventueel een vochtige doek met zeepsop of alcohol om de buitenkant schoon te
vegen.
•
Onderhoud,
Reparaties mogen alleen worden uitgevoerd door gekwalificeerde en vakbekwame technici met
inspectie &
een grondige kennis van het systeem.
reparatie:
•
De deurcontroller moet met het oog op de veiligheid en gezondheid in goede staat worden
gehouden.
•
Gebruik voor de reparatie van de installatie alleen originele reserveonderdelen.
SCD mini V7 standaardhandleiding V1.1.2
Doorcontrol.eu
INTRODUCTIE
5