BEDIENING
Bedieningspaneel
● Na het aansluiten van de kookplaat gaan alle indicatoren kort branden. De kookplaat is
klaar voor gebruik.
● De kookplaat is uitgerust met elektronische tiptoetsen die worden ingeschakeld door ze
met de vinger minimaal 1 seconde aan te raken.
● Bij iedere aanraking van een tiptoets hoort u een geluid.
Plaats geen voorwerpen op de oppervlakten van de tiptoetsen (dit kan leiden
tot een foutmelding) en houd deze goed schoon.
Inschakelen van de kookplaat
Raak de tiptoets in-/uitschakelen (1) gedurende minimaal 1 seconde met de vinger aan.
De kookplaat is actief wanneer op alle displays (3) het cijfer „0" brandt en de decimale punt
knippert.
Als u binnen 10 seconden geen van de tiptoetsen bedient, dan schakelt de
kookplaat weer uit.
Inschakelen van de kookzone
Schakel de gewenste kookzone (3) in, binnen 10 seconden na het aanzetten van de kookplaat
met de tiptoets (1).
1. Na aanraking van de tiptoets van de gewenste kookzone (3) knippert op de bijbehorende
indicator voor het vermogensniveau het verlichte cijfer "0".
2.
Stel het gewenste vermogensniveau in door met de vinger over sensor (2) te
Als u binnen 10 seconden geen van de tiptoetsen bedient, dan schakelt de
kookzone weer uit.
De kookzone is actief als op alle displays een cijfer of letter oplicht. Dit betekent
dat de kookzone klaar is om het verwarmingsniveau in te stellen.
Instellen van het vermogensniveau voor verwarming van de inductiekookzone
Zolang op de indicator van de afwisselend verlichte kookzone (3) het cijfer "0" getoond wordt,
kunt u het gewenste vermogensniveau instellen door met uw vinger over sensor (2) te schuiven.
55
schuiven.