10 Onderhoud en service
Vereiste: Zie de gebruiksaanwijzing van de binnenunit voor het
instellen van de temperatuur, de bedrijfsstand...
1 In de koelstand, selecteer de laagst programmeerbare
temperatuur. In de verwarmingsstand, selecteer de hoogst
programmeerbare temperatuur. Indien nodig kan proefdraaien
worden gedeactiveerd.
2 Stel de temperatuur op normaal niveau in wanneer het
proefdraaien beëindigd is. In de koelstand: 26~28°C, in de
verwarmingsstand: 20~24°C.
3 Controleer of alle functies en onderdelen correct werken.
4 Het systeem stopt 3 minuten na het uitschakelen van de unit.
INFORMATIE
▪ De unit verbruikt ook nog stroom wanneer ze
uitgeschakeld is.
▪ Wanneer
de
stroom
stroompanne, werkt de unit verder in de eerder
geselecteerde stand.
10
Onderhoud en service
OPMERKING
Controlelijst algemeen onderhoud/algemene inspectie.
Behalve de onderhoudsinstructies in dit hoofdstuk, staat er
ook een controlelijst algemeen onderhoud/algemene
inspectie op het Daikin Business Portal (aanmelden
vereist).
De controlelijst algemeen onderhoud/algemene inspectie is
een aanvulling op de instructies in dit hoofdstuk en kan
worden gebruikt als richtlijn en sjabloon voor rapportering
bij het onderhoud.
OPMERKING
Dit onderhoud MOET worden uitgevoerd door een erkend
installateur of een servicetechnicus.
Laat het onderhoud minstens één keer per jaar uitvoeren.
De
geldende
wetgeving
onderhoudsintervallen vereisen.
OPMERKING
De
geldende
wetgeving
broeikasgassen vereist dat de koelmiddelvulling van de
unit zowel in gewicht als CO
Formule
om
het
berekenen: GWP-waarde van het koelmiddel × totale
koelmiddelvulling [in kg] / 1000
GEVAAR: RISICO OP ELEKTROCUTIE
Schakel de elektrische voeding langer dan 10 minuten uit
en meet de spanning aan de aansluitklemmen van de
condensatoren
van
onderdelen vooraleer u een onderhoud uitvoert. De
spanning MOET minder dan 50 V DC zijn vooraleer u
elektrische onderdelen mag aanraken. Raadpleeg het
bedradingsschema
voor
aansluitklemmen.
Montagehandleiding
16
wordt
hersteld
na
kan
evenwel
kortere
inzake
gefluoreerde
-equivalent wordt uitgedrukt.
2
aantal
ton
CO
-equivalent
2
de
hoofdkring
of
elektrische
de
plaats
van
b
a
DC+
DC-
i
h
a
X30A – compressorkabel
b
X70A – kabel van de ventilatormotor
c
X80A – kabel elektromagnetische omkeerklep
d
Led
een
e
X90A – thermistorkabel
f
X21A – kabel elektronische expansieklep
g
X40A – kabel thermisch overbelastingsrelais
h
DB1 - diodebrug
i
Multimeter (gelijkstroomspanningsbereik)
De volgende symbolen kunnen voorkomen op de binnenunit:
Symbool
Verklaring
Meet de spanning aan de aansluitklemmen van de
condensatoren van de hoofdkring of elektrische
onderdelen vooraleer u een onderhoud uitvoert.
11
Opsporen en verhelpen van
storingen
11.1
Storingsdiagnose met behulp van
de led op de printplaat van de
buitenunit
Led...
Diagnose
knippert
Normaal → controleer de binnenunit.
AAN
Schakel de voeding uit en weer aan, en
controleer de led binnen een 3-tal minuten. →
Als de led weer brandt, dan is de printplaat van
de buitenunit defect.
UIT
1
te
2
3
OPMERKING
Gebruik
afstandsbediening die bij de binnenunit is geleverd. Zie de
servicehandleiding voor de volledige lijst met foutcodes en
een gedetailleerde uitleg voor het opsporen en oplossen
de
van elke storing.
GEVAAR: RISICO OP ELEKTROCUTIE
▪ Wanneer de unit NIET werkt, worden de leds op de
printplaat uitgeschakeld om energie te besparen.
▪ Zelfs wanneer de leds niet branden, kunnen de
klemmenstrook en de printplaat nog stroom krijgen.
c
d
e
f
g
Voedingsspanning (voor energiebesparing).
Storing in de voeding.
Schakel de voeding uit en weer aan, en
controleer de led binnen een 3-tal minuten.
→ Als de led weer UIT is, dan is de
printplaat van de buitenunit defect.
voor
foutcodediagnose
de
RXM-A(9), ARXM-A(9)
3P769578-4C – 2024.05
draadloze
R32 Split-reeks