Reiniging en onderhoud
40
Gevaar voor verwonding!
De stoom van een stoomreiniger kan terechtkomen op on-
derdelen die onder spanning staan en een kortsluiting ver-
oorzaken.
Gebruik voor het reinigen van het toestel nooit een stoom-
reiniger.
Reinig het toestel na elk gebruik. Laat het toestel eerst afkoe-
len.
Wrijf het toestel na elke reiniging droog. Zo vermijdt u kalk-
aanslag.
Om schade aan de oppervlakken te voorkomen, mogen
de volgende middelen niet worden gebruikt om de opper-
vlakken te reinigen:
– handafwasmiddel,
– reinigingsmiddelen die soda, alkali, ammoniak, zuur of
chloor bevatten,
– kalkoplossende reinigingsmiddelen,
– vlek- en roestverwijderaars,
– schurende reinigingsproducten, zoals schuurpoeder,
schuurmelk, poetsstenen,
– reinigingsmiddelen met oplosmiddel,
– afwasmiddelen voor de afwasautomaat,
– grill- of ovensprays,
– glasreinigers,
– schurende harde borstels en sponsjes (bijv. schuurspons-
jes), of gebruikte sponsjes die nog resten van een schuur-
middel bevatten,
– speciale "wondersponsen",
– scherpe voorwerpen
(om te vermijden dat de dichtingen tussen de glaskera-
miek en de rand of tussen de rand en het werkblad be-
schadigd raken).