3. B614
3.1 BEOOGD GEBRUIK
De slagbomen B614 zijn ontworpen voor de toe-
gangscontrole van voertuigen voor residentiële
doeleinden.
Om de boom met de hand te bedienen moeten de
instructies voor de Handmatige werking in acht wor-
den genomen.
!
Elk ander niet-uitdrukkelijk aangegeven gebruik
is verboden en kan de integriteit van het product
aantasten en/of een gevaar vormen.
3.2 GEBRUIKSLIMIETEN
Neem de grenswaarden voor gebruiksfrequentie,
weergegeven onder de technische gegevens, in acht.
B614 vereist het gebruik van een specifieke slagboom
FAAC in overeenstemming met de grenswaarden voor
afmetingen aangegeven in deze handleiding. Op
de slagboom mogen uitsluitend de accessoires FAAC
gemonteerd worden die worden aangegeven in deze
handleiding.
B614 vereist het gebruik van een veer FAAC die in staat
is om het gewicht van de vleugel en de betreffende
accessoires te compenseren.
De slagbomen uitsluitend bestemd voor de toe-
gangscontrole van voertuigen moeten voorzien zijn
van geschikte en zichtbare signalen die de toegang
van voetgangers verbieden. Voor de toegang van
voetgangers moet gezorgd worden voor een goed
gesignaleerde aparte route, buiten het actiebereik
van de slagboom.
Wanneer de doorgang van voetgangers niet kan
worden uitgesloten, valt de slagboom onder het
toepassingsbereik van de norm EN 12453.
De, ook incidentele, aanwezigheid van weersomstan-
digheden zoals ijs, sneeuw en harde wind, kunnen de
correcte werking van het automatiseringssysteem en
de intactheid van de componenten aantasten en een
mogelijk gevaar vormen (zie § Gebruik in noodgeval-
len). De gebruikslimiet van B614 in verhouding tot de
wind is gelijk aan graad 10 van de schaal van Beaufort
(max. snelheid: 102 km/h).
De installatie moet zowel overdag als 's nachts zicht-
baar zijn. Zorg anders voor passende oplossingen om
de vaste en bewegende elementen zichtbaar te maken
(kit verlichting op de slagboom).
B614 moet worden aangesloten op een elektronische
besturingskaart FAAC in overeenstemming met de
aanwijzingen van deze handleiding ( Technische
kenmerken).
B614
De totstandbrenging van het automatiseringssysteem
vereist de installatie van noodzakelijke veiligheidsin-
richtingen, die door de installateur door middel van
een correcte risicobeoordeling op de plaats van
installatie bepaald moeten worden.
9
732998 - Rev.B