PLU 153 F Condens
4.10 Elektrische aansluitingen
04/03/2010 - 300021059-001-B
4.10.1.
Voer de elektrische aansluitingen van het apparaat uit volgens:
4 De voorschriften van de geldende normen.
4 De elektrische aansluiting moet voldoen aan de voorschriften van
het algemene reglement betreffende elektrische installaties
(RGIE).
4 De aanwijzingen van de met het apparaat meegeleverde
elektrische schema's.
4 De aanbevelingen in de handleiding.
A
Z
Alle aansluitingen worden uitgevoerd op de daarvoor bestemde
klemmenstroken aan de achterkant van het bedieningspaneel van de
1
verwarmigsketel. De aansluitkabels worden binnen de ketel gebracht
via de bestaande ruimte tussen het bovenpaneel en het bovenste
2
achterpaneel. Deze kabels worden aan het bord vastgemaakt d.m.v.
de (in een apart zakje meegeleverde) kabelklemmen.
M001879-A
Voorzie het apparaat van stroom door middel van een kring met een
veelpolige netscheiding met een openingsafstand van meer dan 3
mm.
Eenfasige stroom: 230 V (+6% / -10%) - 50 Hz
Neem de polen die op het klemmenbord zijn aangegeven in acht:
fasegeleider (L), nulgeleider (N) en aardgeleider *.
Aanbevelingen
WAARSCHUWING
De elektrische aansluitingen moeten altijd
4
spanningsloos worden uitgevoerd en alleen door
erkende installateurs.
De ketel is volledig voorbedraad. De interne
4
aansluitingen van het bedieningspaneel niet
wijzigen.
Voer een aarding uit alvorens de elektriciteit aan te
4
sluiten.
LET OP
Scheid de sensorkabels van de 230V kabels.
4
In de ketel: gebruik hiervoor de 2 kabelleidingen
-
die zich aan beide zijden van de ketel bevinden.
Buiten de verwarmingsketel: Gebruik 2
-
kabelleidingen met een tussenafstand van ten
minste 20 cm.
Voer een aarding uit alvorens de elektriciteit aan te
4
sluiten. De aarding dient te voldoen aan de norm
RGPT.
Voeding 230 V
Sensoren
4. Installatie
33