Monteren/inbouwen
Beschadiging van het apparaat
Door inwerking van ultraviolette straling kan het apparaat oververhit raken en kunnen
materialen broos worden.
• Bescherm het apparaat tegen direct zonlicht.
• Zorg ervoor dat de maximaal toegestane omgevingstemperatuur niet overschreden wordt.
LET OP
Verkeerde montage
Door verkeerde montage kan het apparaat worden beschadigd, vernietigd of de werkwijze
ervan worden beperkt.
• Verzeker u ervan vóór elke inbouw van het apparaat, dat dit geen zichtbare schade vertoont.
• Verzeker u ervan dat de procesaansluitingen schoon zijn en dat geschikte afdichtingen en
• Monteer het apparaat met geschikt gereedschap. Neem de informatie in het handboek / de
LET OP
Condensatie in het apparaat
Schade aan het apparaat door de vorming van condensatie indien het temperatuurverschil
tussen transport of opslag en de locatie van opstelling 20 °C (36 °F) overschrijdt.
• Voordat u het apparaat in gebruik neemt, laat u het enkele uren acclimatiseren in de nieuwe
Alleen veldapparatuur uit bouwserie 6 en wandapparaten uit bouwserie 7
Door slagenergie beschadigd bedieningsvenster
Een door slagenergie beschadigd bedieningsvenster kan ertoe leiden dat door dit lek gassen uit
het apparaat stromen.
• Let erop dat het apparaat bij de vensters voldoende beveiligd is tegen slagenergie > 2 joule.
Veiligheidsaanwijzingen
Beknopte bedieningshandleiding, 07/2022, A5E45779403006-02
VOORZICHTIG
Neem de informatie in de technische gegevens van de desbetreffende handboeken in acht!
kabelschroefverbindingen worden gebruikt.
bedieningshandleiding van het betreffende apparaat in acht!
omgeving.
WAARSCHUWING
4
15