Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Console; Trainingsrichtlijnen - VirtuFit CTR 1.0 Handleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor CTR 1.0:
Inhoudsopgave

Advertenties

Beschikbare talen

Beschikbare talen

NEDERLANDS
Het console werkt niet: Wanneer er geen signaal is, controleer of de
kabel goed is aangesloten.
CONSOLE (FIG. A)
(1) MODE Druk op "MODE" om functies te selecteren. Houd
"MODE" lang ingedrukt om de tijd, afstand en calorieën te
resetten.
(2) SCAN Druk op "MODE" totdat "SCAN" in beeld komt, de
monitor zal door alle 6 functies draaien: tijd, snelheid, afstand,
ODO, calorieën, puls. Elk functie houdt het display 5 seconden
vast.
(3) TIME Telt de totale trainingstijd bij elkaar op.
(4) SPEED Geeft huidige snelheid weer.
(5) DIST Telt de totale afstand van de gehele training bij elkaar
op.
(6) CALORIES Telt alle verbrande calorieën bij elkaar van de
gehele training.
(7) ODO De totale afstand waarop deze functie betrekking heeft,
heeft betrekking op perioden van batterijcapaciteit.
(8) PULSE Druk op "MODE" totdat "PULSE"verschijnt. Voordat
de polsslag kan worden gemeten, plaatst de handpalmen op
beide sensoren waarna de monitor na 6/7 seconden de huidige
hartslag in hartslagen per minuut (BPM) op het scherm laat zien.
ATTENTIE!
Wanneer de meting vastloopt tijdens het
proces van pulsmeting, kan de meetwaarde gedurende eerste
2-3 seconden hoger zijn, daarna keert hij weer terug naar een
normaal niveau. De meetwaarde kan niet worden beschouwd
als basis voor medische behandeling.
LET OP!
Als het display vaag is of geen cijfers toont, vervang dan de
batterijen.
De monitor wordt automatisch uitgeschakeld wanneer er
binnen 4 minuten geen signaal meer wordt ontvangen.
De monitor wordt automatisch ingeschakeld wanneer een
drukknop wordt ingeschakeld.
De monitor begint automatisch met berekenen van de
waarden wanneer er gestart wordt met trainen en stopt met
berekenen wanneer er voor 4 seconden is gestopt met trainen
TRAININGSRICHTLIJNEN (FIG. B, 1-5)
Een succesvol trainingsprogramma bestaat uit een warming-up, de
training zelf en een cooling down. Voer de hele training minstens twee,
maar bij voorkeur drie keer per week uit en houdt één dag rust tussen
de trainingen. Na enkele maanden kan de trainingsintensiteit worden
verhoogd tot bijvoorbeeld vier of vijf keer per week.
Warming-up
Het doel van een warming-up is dat het lichaam voorbereid wordt op
een training en het verminderd de kans op blessures. Warm het lichaam
op in twee tot vijf minuten voordat er met een cardio- of krachttraining
begonnen wordt. Doe oefeningen die de hartslag verhogen en de
werkende spieren opwarmen. Voorbeelden van dit soort activiteiten
zijn: vlot lopen, joggen, jumping jacks, touwtje springen en rennen op
de plaats.
Stretchen
Stretchen terwijl spieren warm zijn, is zeer belangrijk na een goede
warming-up en cooling-down. Het vermindert de kans op blessures.
Stretchoefeningen dienen gedurende 15 tot 30 seconden worden
vastgehouden. Voorbeelden van stretchoefeningen zijn:
Toe touch (Fig. B-1)
Inner thight stretch (Fig. B-2)
Hamstring stretch (Fig. B-3)
Achilles stretch (Fig. B-4)
Side stretch (Fig. B-5)
Cooling-down
Het doel van de cooling-down is het lichaam aan het einde van de
training terug te brengen naar de (bijna) normale ruststand. Een
goede cooling-down vermindert langzaam uw hartslag en bevordert
het herstel.
16

Advertenties

Hoofdstukken

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Vfelctr1.0

Inhoudsopgave