56
Toewijzen van gebeurtenissen
– klik om de tabel opties weer te geven. Met deze opties kunt u de geselecteerde
kolommen in de tabel verbergen / weergeven en de kolommen aanpassen aan de inhoud
of aan de breedte van het venster.
Gebeurtenis – gebeurtenis omschrijving.
Push – gebeurteniscategorie. U kunt de volgende acties toewijzen: 1: Alarm / 2: Activering /
3: Hersteld / 4: Uitgangen sturing / 5: Ingang overbruggen / 6: Diagnose / 7: Overige /
8: Push naar iedereen. Als u 0 toewijst: Uitgeschakeld voor de gebeurtenis, de module zal
geen pushmeldingen over deze gebeurtenis verzenden. Klik op het veld en voer een cijfer
van 0 tot 8 in of selecteer de categorie in de lijst.
T1...T8 – u kunt een berichtmethode voor de betreffende telefoon selecteren
(zie "Gebruikers" p. 68):
0: - – geen melding,
1: SMS – gebeurtenismelding via sms [s],
2: CLIP – gebeurtenismelding via CLIP [c],
3: Spraakbericht (GSM) – gesproken melding van gebeurtenissen via het mobiele
netwerk [vg],
4: SMS, CLIP – gebeurtenismelding via SMS en CLIP [sc],
5: Spraakbericht (PSTN) – gesproken melding van gebeurtenissen via PSTN [vp].
Klik op het veld en voer een cijfer van 0 tot 5 in of selecteer een methode van de lijst.
SMS/Push bericht – de inhoud voor het SMS/push bericht. Het bericht mag max. bestaan uit
32 karakters.
GSM-X
Afb. 42. "Berichten" tabblad.
SATEL