50
PAC 1 of PAC 2 – de module zal eerst proberen de gebeurteniscodes te verzenden naar
meldkamer 1 en indien dit niet lukt naar meldkamer 2.
Server 2 neemt de verbindingstest over van Server 1 – indien de optie ingeschakeld is en
de module kan geen verbinding maken gedurende de verbindingstest met meldkamer
server 1, dan zal de module de verbindingstest overnemen van meldkamer server 2
(conform de instellingen voor het testen van server 1). De optie kan worden ingeschakeld
als het SIA-IP formaat is geselecteerd voor beide meldkamers in het veld "IP formaat /
protocol" (zie p. 50).
PAC 1 (ST1) / PAC 2 (ST2)
Rapportage formaat – het formaat waarin gebeurteniscodes worden verzonden naar de
meldkamer. De volgende formaten zijn beschikbaar: SIA, CID, AdemcoExpress,
Sil.Knight/Ademco slow, Radionics 1400Hz, Radionics 1400Hz with parity. Als de "PAC
simulatie" optie (p. 48) is ingeschakeld in de module, kan dit veld niet worden aangepast.
Als dit zo is, zal informatie over het formaat geselecteerd in het "PAC simulatie" tabblad
(zie "Rapportage formaat" p. 48) in dit veld worden weergegeven.
Klantnummer – een reeks van karakters om voor de meldkamer te bepalen van waar de
gebeurtenissen worden verzonden. Voor het Contact ID formaat bestaat deze uit 4
hexadecimale karakters (cijfers of letters van A tot F). Voor het SIA formaat mag deze uit 6
hexadecimale karakters bestaan (cijfers of letters van A tot F).
IP formaat / Protocol – voor rapportage via het mobiele netwerk, of Ethernet definieer het
volgende:
IP formaat: SATEL of SIA-IP (SIA DC-09 standaard).
GSM-X
Afb. 41. "Rapportage" tabblad.
SATEL