SATEL
8.5.2
Instellingen
– klik om de tabel opties weer te geven. Met deze opties kunt u de geselecteerde
kolommen in de tabel verbergen/weergeven en de kolommen aanpassen aan de inhoud of
aan de breedte van het venster.
Naam – individuele naam van de ingang (tot 16 karakters).
Type – de ingang kan geprogrammeerd worden als NC (normaal gesloten) of NO (normaal
geopend).
Gevoeligheid – de tijd gedurende waarin de ingang geactiveerd moet zijn zodat de module
hierop kan reageren. U kunt van 20 ms tot 5100 ms programmeren.
Herstel – de tijd geteld nadat de ingang hersteld is, waarna de module zal herkennen dat
ingang weer naar de normale status is hersteld. U kunt van 4 tot 255 seconden
programmeren.
Overbrug na – het aantal activeringen / drempelwaarden overschrijdingen, waarna de
ingang automatisch overbrugd wordt (de ingang wordt uit overbruggen gehaald na de
"herstel" tijd). U kunt 0 tot 15 programmeren. Waarde 0 betekent geen overbrugging.
Telperiode – de tijd waarna de teller van activeringen voor de ingang, opnieuw wordt
ingesteld. U kunt 0 tot 24 uur programmeren. De waarde 0 betekent dat activeringen
geteld worden zonder tijdslimiet.
Overbrug duur – als de ingang gedurende een bepaalde periode automatisch dient te
worden overbrugd, voert u de tijd hier in. U kunt 0 tot 24 uur programmeren. De waarde 0
betekent dat de ingang overbrugd zal blijven totdat deze door de gebruiker uit
overbrugging gehaald wordt.
8.5.3
Overbruggen
– klik om de tabel opties weer te geven. Met deze opties kunt u de geselecteerde
kolommen in de tabel verbergen / weergeven en de kolommen aanpassen aan de inhoud
of aan de breedte van het venster.
Geef hier de ingang aan waarbij activering ervan, andere ingangen op de module zal
blokkeren. Wanneer de ingang is hersteld, worden overbrugde ingangen uit overbrugging
gehaald. Elk van de module ingangen kan de 7 andere ingangen overbruggen. In de
tabelrijen worden de "overbruggen"-ingangen weergegeven, en in de kolommen worden de
"overbrugde"-ingangen weergegeven. Als u wilt dat activering van de ingang de andere
module ingangen blokkeert, selecteer dan het veld op het kruispunt van de overeenkomstige
lijn en kolom.
8.6
Uitgangen
8.6.1
Bediening
Uitgang inactief. Klik om de uitgang te activeren.
Uitgang actief. Klik om de uitgang te deactiveren.
De knoppen worden weergegeven indien het programma verbonden is met de module.
8.6.2
Instellingen
Naam – individuele naam van de uitgang (tot 16 karakters).
Bedrijfstijd – de tijd voor hoelang de uitgang actief dient te zijn. Als u "0" invoert blijft de
uitgang in dezelfde staat totdat deze wordt gedeactiveerd door de gebruiker.
GSM-X
39