Gebruik
Maaien
Voorwaarde
•
Machine volledig gekoppeld aan een geschikte tractor.
•
Beschermingen in de werkpositie.
•
Tractor voldoende geballast.
•
Topstang zodanig ingesteld dat de maaibalk volledig op de grond rust.
•
Telescopische topstang naar behoefte star of beweegbaar ingesteld.
•
Messen, mesbevestiging en maaischijven gecontroleerd op schade.
•
Draairichting van de aftakas en maximaal toegestaan aftakastoerental ingeslagen en in-
dien mogelijk op de tractor vooraf ingesteld.
•
Aanwezige personen weggestuurd uit de gevarenzone rond de machine.
hankelijke gevarenzone" pagina 27.
Werkwijze
►
Machine op de plaats van gebruik drukloos naar de werkpositie laten zakken.
►
Aftakas buiten het te maaien gewas langzaam inkoppelen en snel maar gelijkmatig tot
het maximale toerental (1000 U/min) versnellen.
►
Tractor versnellen en de rijsnelheid aanpassen aan het te maaien gewas en de terrein-
omstandigheden.
Keren op het veld
TIP
Niet in de werkpositie achteruitrijden, altijd eerst naar de kopakkerpositie heffen!
Werkwijze
►
Rijsnelheid verminderen en de machine aan het einde van het maaigebied naar de ko-
pakkerpositie heffen.
TIP
Het aftakastoerental hoeft hierbij niet te worden verlaagd.
►
Met lage snelheid draaimanoeuvre uitvoeren en in de richting van het ongemaaide ge-
bied sturen.
►
Kort voor het ongemaaide gebied de machine naar de werkpositie laten zakken, hierbij,
indien mogelijk, de al gemaaide gebieden (zwad) geen tweede keer maaien.
►
Tractor versnellen en rijsnelheid aanpassen afhankelijk van het te maaien gewas en de
terreinomstandigheden.
Uitgaande van de werkpositie in de wegtransportpositie brengen
In openbare verkeersruimtes mag alleen in de wegtransportpositie, met volledig functionele
en goed zichtbare waarschuwings- en verlichtingsapparatuur, worden gereden.
82 |
Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing NOVACAT F 3100
Zie "Beschermdoekdrager bediening" pagina 38.
Zie "Technische gegevens" pagina 21.
Zie "Bedrijfsaf-
3764.nl-NL.80Y.0