SATEL
van 500 tot 15 k (de som van de geprogrammeerde waardes mag de 15 k – zie de
P
handleiding).
ROGRAMMEER
Indien de weerstandswaarde in een uitbreiding niet programmeerbaar is, dan dient bij
de 1 EOL configuratie de 2.2 k
configuratie – twee 1.1 k
5.7
Aansluiten van sirenes / flitsers
Aanbevolen wordt om het alarmsysteem op te starten zonder aangesloten sirenes.
Dit voorkomt activering daarvan bij een alarm nadat het alarmsysteem is opgestart.
Afhankelijk van het sirene type:
sirene / flitsers zonder eigen voeding (bijv. SP-500, SP-4001, SP-4003, SPL-2010,
SPW-100, SPW-210, SPW-220) dienen de hoogvermogen uitgangen te worden gebruikt
om de signalering te activeren,
sirene / flitsers met eigen voeding (bijv. SP-4002, SP-4004, SP-4006, SP-6500,
SPLZ-1011, SD-3001, SD-6000) wordt aanbevolen om de laagvermogen uitgangen te
gebruiken voor de signalering en de hoogvermogen uitgangen voor de voeding.
Afb. 21. Aansluiting van sirenes / flitsers op het alarmsysteem. I – sirene / flitser zonder eigen
5.8
Aansluiten van de analoge telefoonlijn
Verstuur geen telefoon signalen en alarmsysteem signalen over dezelfde kabel.
Dit kan beschadigingen in het systeem veroorzaken in geval van een hoge
piekspanning afkomstig van de telefoonlijn.
Het alarmsysteem mag alleen op analoge PSTN telefoonlijnen worden
aangesloten.
De systeem installateur dient de gebruiker de noodzakelijke informatie te
verstrekken over hoe het alarmsysteem aangesloten is op het telefoon netwerk.
weerstanden.
voeding. II – sirene / flitser met eigen voeding.
VERSA IP
weerstand gebruikt te worden en bij de 2 EOL
21