96
Bij het programmeren van de bedieningscommando's dient u rekening te houden
met:
het commando 4 tot 16 alfanumerieke karakters mag bevatten,
het commando geen diakritische tekens en/of spaties mag bevatten,
de commando's verschillend moeten zijn (hetzelfde commando kan niet worden
gebruikt voor het aansturen van twee zones, twee functies, etc.),
de inhoud van één commando mag niet overeenkomen met een ander
commando. Bijvoorbeeld bij gebruik van de "zone1" en "zone11" type
commando's zal het alarmsysteem de laatste niet kunnen uitvoeren.
Zone activering [SMS -> Z.actief]
SMS – het bedieningscommando welke in het SMS bericht verzonden kan worden naar het
alarmsysteem om zo een zone te activeren (de zone zal geactiveerd worden nadat het SMS
bericht ontvangen is door het alarmsysteem). U kunt tot 32 van zulke commando's
programmeren en één zone aan elk van hen toewijzen.
Zone – de zone van het alarmsysteem welke geactiveerd dient te worden nadat het
alarmsysteem een SMS bedieningscommando ontvangen heeft. De zone hoeft niet fysiek in
het alarmsysteem te bestaan, maar het zone type dient wel anders te zijn als N
of V
OLG UITGANG
Starten van de functie [SMS -> functie]
SMS – het bedieningscommando welke in het SMS bericht verzonden kan worden naar het
alarmsysteem om zo een functie te starten (de functie zal gestart worden nadat het SMS
bericht ontvangen is door het alarmsysteem). U kunt tot 8 van deze bedieningscommando's
programmeren en één functie aan elk van hen toewijzen.
Functie – de functie welke gestart dient te worden nadat het alarmsysteem een SMS
bedieningscommando ontvangen heeft. U kunt één van de volgende functies selecteren:
– inschakelen in de gekozen mode;
– uitschakelen;
– alarm herstellen;
Programmeerhandleiding
Fig. 17. Een voorbeeld van SMS bedieningsinstellingen.
.
SATEL
IET GEBRUIKT