SATEL
veld, dient u het klantnummer nogmaals in te voeren welke verantwoordelijk is
voor het systeem (bijvoorbeeld het object waar het alarmsysteem geïnstalleerd is).
SIA / TELIM prefix
2 karakters voorafgaand van elk klantnummer bij de SIA en TELIM formaten. Dus een
klantnummer met 6 karakters kan worden gebruikt. 2 hexadecimale karakters (cijfers of letters
van A tot F) kunnen worden geprogrammeerd. Invoeren van 00, betekent dat er geen prefix
wordt toegevoegd. Het gebruik van het cijfer 0 in de prefix niet toegestaan, gebruik hiervoor de
"A".
Toekenning gebeurtenissen
Indien gebeurtenissen naar beide meldkamers verzonden moeten worden (PAC 1
geselecteerd), dan kunt u definiëren welke gebeurtenistypes naar de desbetreffende
meldkamer verzonden wordt.
Het is niet mogelijk gebeurtenissen toe te wijzen voor de C
SIA (V
OLLEDIG
11.1.4 SIA-IP
Indien gebeurtenissen in het SIA-IP formaat verzonden worden dan dient u extra parameters
voor elke meldkamer te programmeren.
MAC adres zenden [MAC] – indien de optie ingeschakeld is wordt het MAC adres van de
ETHM-1 / ETHM-1 Plus module mee verzonden met de gebeurteniscodes.
Tijd meezenden [Tijd meezenden] – indien de optie ingeschakeld is wordt de datum en tijd
mee verzonden met de gebeurteniscode.
Gecodeerde data [Gecodeerd] – indien de optie ingeschakeld is wordt de data gecodeerd
verzonden en de tijd en datum wordt met de gebeurteniscode mee verzonden.
SIA-IP sleutel – de sleutel om de data te coderen welke naar de meldkamer verzonden wordt
via het SIA-IP formaat (een serie tot 16 alfanumerieke karakters).
Polling interval [Pollinginterval] – een extra transmissie kan worden verzonden op
gespecificeerde intervallen, om zo de communicatie met de meldkamer te controleren. U
kunt dagen, uren, minuten en seconden programmeren tussen de transmissies.
11.1.5 Toekenning klantnummers
Definieer in dit tabblad het klantnummer waarmee de gebeurtenissen gerelateerd aan
individuele blokken, zones, bediendelen en uitbreidingsmodules zal worden verzonden. Indien
geen klantnummer wordt toegewezen aan het desbetreffende element van het systeem, dan zal
het niet mogelijk zijn codes voor gebeurtenissen te definiëren.
11.1.6 Gebeurteniscodes
Voor de puls en Ademco Express formaten, is het nodig om codes te programmeren welke
worden verzonden naar de meldkamer indien een gedefinieerde gebeurtenis optreed. De
gerapporteerde gebeurtenissen zijn deze waarvoor een andere code geprogrammeerd is dan
"00". 2 hexadecimale karakters (cijfers of letters van A tot F) dienen te worden
geprogrammeerd.
In geval van de C
gebeurtenissen bepaald te worden, welke gerapporteerd dienen te worden en voor
een code in voor hen welke anders is als "00" (een code overeenkomend met het
formaat zal worden verzonden, niet het geen wat ingevoerd is). Gebeurtenissen
met een code "00" geprogrammeerd zullen niet gerapporteerd worden.
) formaten.
ID (
ONTACT
INTEGRA Plus
) en SIA (
SELECTIE
ID (V
ONTACT
) formaten dienen de
SELECTIE
87
2 is
EN
) en
OLLEDIG