Download Print deze pagina

Satel INTEGRA Programmeerhandleiding pagina 87

Alarmsystemen. firmware versie 1.13
Verberg thumbnails Zie ook voor INTEGRA:

Advertenties

SATEL
11.1.1 Selecteer de meldkamer
PAC 1 of PAC 2 – het alarmsysteem zal als eerste de gebeurteniscodes doorzenden naar PAC
1, mocht dit niet lukken zal dit naar PAC 2 toegaan.
Alleen PAC 1 – de gebeurteniscodes worden alleen naar PAC 1 verzonden.
Alleen PAC 2 – de gebeurteniscodes worden alleen naar PAC 2 verzonden.
PAC 1 en 2 – de gebeurteniscodes worden naar beide PAC's verzonden. Voor de meeste
formaten is het mogelijk te definiëren welke gebeurtenissen naar de desbetreffende
meldkamer verzonden moeten worden (zie: T
11.1.2 Geavanceerde opties
Lang kiss-off signaal – met deze optie ingeschakeld zal het alarmsysteem een lange kiss-off
signaal accepteren (bevestiging) voor het ontvangen van gebeurtenissen bij gebruik van de
Ademco Express en Contact ID formaten. Schakel deze optie in bij gebruik van rapportage
over de telefoon en als de meldkamer de ontvangen gebeurtenis op een niet standaard
manier bevestigd (kiss-off signaal is langer dan 800 ms).
Langer wachten op initiële handshake – met deze optie ingeschakeld zal het alarmsysteem
langer wachten op een handshake van de meldkamer indien gebeurtenissen verzonden
worden in het Ademco Express, Contact ID of SIA formaat. Schakel deze optie in bij gebruik
van rapportage over de telefoon en de meldkamer een niet standaard handshake verzend.
Klantnummer bevestiging vereist – de optie heeft betrekking op het SIA formaat. Indien
ingeschakeld zal het alarmsysteem wachten op een bevestiging van de meldkamer van het
ontvangen van het klantnummer, welke met de data was verzonden. Deze optie heeft
betrekking op telefoon.
6-karakter klantnummer – de optie heeft betrekking op het SIA formaat. Gebeurtenissen
worden verzonden met een klantnummer van 6 karakters. Deze bestaat uit twee delen: 2-
karakter prefix en een 4-karakter klantnummer.
Zend gebeurtenis bron naam – de optie heeft betrekking op het SIA formaat. met deze optie
geactiveerd zal de naam van de gebeurtenis bron (zone naam, gebruikersnaam, etc.) ook
worden verzonden bij de gebeurteniscode.
Zend gebeurtenis bloknaam – de optie heeft betrekking op het SIA formaat. met deze optie
geactiveerd zal de naam van het blok waar de gebeurtenis plaats vond, ook mee worden
verzonden bij de gebeurteniscode.
SIA - bevestig elk blok – de optie heeft betrekking op het SIA formaat. met deze optie
geactiveerd zal het alarmsysteem wachten op een bevestiging van de meldkamer over het
ontvangen van elk data blok. Deze optie heeft betrekking op de telefoon rapportage.
Uitgebreide karakters – de optie refereert aan het SIA formaat. Indien ingeschakeld worden
niet alleen ASCII karakters verzonden, maar kunnen ook nationale karkaters worden
verzonden.
11.1.3 PAC 1 / PAC 2
Telefoonnummer [Tel. nummer 1] – hoofdtelefoonnummer van de meldkamer.
Back-up telefoonnummer [Tel. nummer 2] – een back-up telefoonnummer van de meldkamer.
Het alarmsysteem zal een poging doen naar dit telefoonnummer te rapporteren indien een
poging te rapporteren naar het hoofdtelefoonnummer niet gelukt is.
Rapportage formaat [Tel. 1 formaat] – het formaat waarin de gebeurteniscodes verzonden
worden naar de meldkamer via het hoofdtelefoonnummer, Ethernet of GPRS technologie.
Back-up formaat [Tel. 2 formaat] – het formaat waarin de gebeurteniscodes verzonden worden
naar het back-up telefoonnummer van de meldkamer.
Indien C
ONTACT
gebeurteniscodes te programmeren en klantnummers toe te wijzen. Het
INTEGRA Plus
ID (
) of SIA (
VOLLEDIG
OEKENNING GEBEURTENISSEN
) geselecteerd is, is het niet nodig om
SELECTIE
85
).

Advertenties

loading