SATEL
Zone status [Zone karakters] – u kunt de symbolen bepalen welke de status van de zones
illustreren.
Blok status [Blok karakters] – u kunt de symbolen bepalen welke de status van de blokken
illustreren.
Code + pijlen – u kunt de functies bepalen welke gestart worden door het invoeren van de
code en het indrukken van de geselecteerde pijltoets.
Fig. 10. "Gebruiker functies" tabblad in het D
Kaartlezer sterkte – de functie maakt het mogelijk om het gevoeligheidsniveau van de
ingebouwde proximity kaartlezer aan te passen op een INT-KLCDR bediendeel met firmware
versie 1.06 (of nieuwer) of een INT-KLFR bediendeel (1–de hoogste gevoeligheid, 10–de
laagste gevoeligheid).
Kaart lezen – de parameter is beschikbaar voor het INT-KLCDR of INT-KLFR bediendeel en
maakt het mogelijk een functie te selecteren welke uitgevoerd moet worden bij het kort
voorhouden van een kaart.
Kaart vasthouden – de parameter is beschikbaar voor het INT-KLCDR of INT-KLFR
bediendeel en maakt het mogelijk een functie te selecteren welke uitgevoerd moet worden bij
het lang voorhouden van een kaart.
Deur – de parameter is beschikbaar voor het INT-KLCDR of INT-KLFR bediendeel. Indien bij
het kort of lang voorhouden van een kaart een deur geopend moet worden, bepaalt u hier de
deur toegangscontrolemodule of het uitgangstype 101. K
Sabotage in blok [Sabotage in blk:] – selecteer het blok waarin een alarm gesignaleerd zal
worden in geval dat het bediendeel sabotagecontact geopend wordt of dat het bediendeel
losgekoppeld is van het systeem.
INTEGRA Plus
X programma.
LOAD
-
AART LEZEN
UITBREIDING
75
.