SATEL
95. TCP/IP
RAPPORTAGE STORING
96. T
ELEFOONLIJN LINE STORING
In geval van het INTEGRA 128-WRL alarmsysteem is uitgang type 96 genoemd
GSM
STORINGEN
97. S
PRAAKBERICHT
dient geselecteerd te worden.
98. A
FSTANDSBEDIENING
moet worden geselecteerd.
99. T
OEGANGSKAART UITGELEZEN
100. K
AART VASTHOUDEN
101. K
AART LEZEN
bediendelen.
Het 101. K
AART LEZEN
uitvoeren van toegangscontrole functies via het INT-KLCDR bediendeel, doe het
volgende:
in de uitgang instellingen bepaal je het bediendeel waar de kaart op uitgelezen
wordt en zo deze uitgang activeert. Selecteer ook de blokken waarin de
gebruikers de deur mogen openen;
in de bediendeel instellingen wijs je de deur open functie toe aan het
voorhouden/vasthouden van de kaart en selecteer het 101. K
UITBREIDING
102. L
INK STORING
apparaat is en deze geselecteerd zijn bij de draadloze zones.
103. L
–
INK STORING
apparaat is en deze geselecteerd zijn bij de draadloze uitgangen.
104. L
AGE BATTERIJ DRAADLOOS APPARAAT
apparaten (lage batterij, ontladen batterij of geen externe voeding).
105. R
– bedoeld voor het op laten gaan van rolluiken. Deze wordt actief na activering
OLLUIK OP
van geselecteerde zones of bij uitschakeling van geselecteerde blokken, maar kan ook via
het bediendeel geactiveerd worden met de gebruikersfunctie U
insteltijd welke geprogrammeerd wordt voor de uitgang, dient langer te zijn dan het nodig is
om voor het rolluik om hoog te gaan.
106. R
OLLUIK NEER
activering van geselecteerde zones of bij inschakeling van geselecteerde blokken, maar kan
ook via het bediendeel geactiveerd worden met de gebruikersfunctie U
De insteltijd welke geprogrammeerd wordt voor de uitgang, dient langer te zijn dan het nodig
is om voor het rolluik om omlaag te gaan.
De rolluik "op" en "neer" functies moeten opeenvolgend achter elkaar aan fysieke
uitgangen toegekend worden.
Als de 105. R
worden via het bediendeel, dan dienen deze aan een groep van uitgangen
toegekend te worden (zie: sectie U
De 105. R
OLLUIK OP
toegekend te worden zodat deze uitgangen via het bediendeel in het
desbetreffende blok bediend kunnen worden. Indien de blok status niet de uitgang
status mag aansturen, schakel dan de N
– actief bij rapportage storingen via Ethernet en/of GPRS.
– actief bij telefoonlijn communicatiestoringen.
en geeft GSM gerelateerde storingen weer.
– gelijkwaardig aan types 48-63, maar het aantal synthesizers (berichten)
– gelijkwaardig aan types 64-79, maar het aantal afstandsbedieningen
– actief bij het lezen van een gebruikerskaart.
– actief bij het lang voorhouden van een gebruikerskaart.
–
– actief nadat een kaart is uitgelezen op modules of
UITBREIDING
–
UITBREIDING
zone type om de deur te openen.
–
DRAADLOZE ZONE
DRAADLOZE UITGANG
– bedoeld voor het neer laten gaan van rolluiken. Deze wordt actief na
en 106. R
OLLUIK OP
en 106. R
INTEGRA Plus
uitgangstype kan gebruikt worden voor het
– actief indien er geen communicatie met het draadloos
– actief indien er geen communicatie met het draadloos
– actief bij div. voedingsproblemen van draadloze
OLLUIK NEER
ITGANG GROEPEN
type uitgangen dienen aan een blok
OLLUIK NEER
IET GESTUURD BIJ
ITGANGEN BEDIENEN
ITGANGEN BEDIENEN
type uitgangen bediend moeten
p. 60).
I
/U
optie in.
N
IT
57
–
AART LEZEN
. De
.