Manuele modus
Er wordt sterk aangeraden om de klep in de beginperiode van de verwarming manueel te bedienen. Deze bediening kan
gebeuren zonder de eenheid VSE-2 van de klep te demonteren. Om over te gaan naar de manuele modus op de grote knop
links van het scherm drukken en in de ene richting en de andere draaien tot aan de aanslagen.
Vergeet de eenheid daarna niet terug in de automatische modus te plaatsen door de knop op zijn originele stand te draaien (klik).
Montage van de eenheid VSE-2 op een 3- of 4-wegklep ESBE
Volg voor een snelle en zorgeloze montage nauwgezet de volgende stappen:
1.
Monteer de adapter nr 1 op de as van de klep en stel de klep manueel in op stand 5.
2.
a) Voor een smeedijzeren klep ESBE van het type 3G of 4G, de schroef aan de voorkant van de klep verwijderen die
overeenkomt met uw gekozen positie en stuk nr2 monteren.
b) Voor een messingklep ESBE van het type 3MG of 4MG, het stuk nr2 rechtstreeks monteren.
De regelaar VSE-2 wordt vanuit de fabriek in de middelste stand geleverd, d.w.z. dat ze voor 50% geopend is.
Plaats de eenheid VSE-2 op stuk nr. 1 en druk ze vast. Tijdens deze bewerking moet de eenheid VSE-2 ook op stuk
nr. 2 gedrukt worden. Zeker de montage met schroef nr3.
3.
Ga naar de manuele modus om te controleren of de klep goed en vrij kan draaien.
4.
Kleef vervolgens het etiket nr. 4 in de gepaste richting.
5.
Breng kap nr. 5 aan.
Elektrische aansluiting van de eenheid VSE-2
1.
De diverse aansluitingen hebben geen afscherming nodig. Maar als de plaatselijke specificaties het gebruik van
een afscherming aanbevelen, gebruik dan een afscherming waarbij het gedeelte van de elektrische voeding goed
gescheiden wordt van het laagspanningsgedeelte voor de sensoren.
2.
Alvorens de meegeleverde transformator op het monofasenet 230 Vac aan te sluiten, de buitensensor en de
vertreksensor op de daartoe voorziene plaatsen op de zijkant van de eenheid VSE-2 aansluiten.
3.
Voor de buitensensor, is een kabel van15 m voorzien. Neem de volgende aanwijzingen in acht voor de aansluiting:
a)
Plaats de sensor bij voorkeur op een NOORDgevel.
b)
Vermijd een zonnige plaats of een plaats dicht bij een luchtafvoer van een MGV, een luchtextractor, enz.
c)
Installeer de voorziene doos voor de buitensensor door de kabel degelijk tot aan de regelaar te bevestigen.
Het teveel van de kabel oprollen alvorens de sensor aan te sluiten (symbool
15 m kabel volstaat in het algemeen. Als de kabel echter te kort blijkt te zijn, kunt u contact met ons opnemen
om kabel aan de sensor toe te voegen, want een te lange kabel of een te kleine kabelsectie zou ertoe kunnen
leiden dat de regelaar foutieve waarden aangeeft.
4.
Er wordt aangeraden om de vertreksensor op minstens 50 cm van de klep te plaatsen na de omlooppomp en op het
bovenste gedeelte van een horizontale leiding. Alvorens de sensor vast te maken, moet u controleren of het
contactoppervlak proper is. De bevestiging moet gebeuren met de meegeleverde kraag door deze stevig te sluiten. Het
is raadzaam om de sensor stroomopwaarts en stroomafwaarts te (15 cm ongeveer) te isoleren.
Het teveel aan kabel oprollen en de sensor aansluiten (symbool
5.
Tot slot de stekker 24 Vac aansluiten.
6.
Nadat het apparaat onder spanning staat, moet de display onmiddellijk oplichten met de tekst P01 en de versie van het
programma 1.10. De rest van de display volgt daarna de volgorde die hiervoor beschreven wordt in het gedeelte
"gebruik van de eenheid VSE-2".
7.
De plaats van de kamersensor moet doordacht gekozen worden, op 1,50 m van de grond, verwijderd van een
warmtebron en beschut tegen luchtstromen en direct zonlicht.
VSE-2 V2.2
)
)
Pagina 3 sur 4