7
Inbedrijfname
Inbedrijfname vindt plaats via de webbased user interface van het System Access Point. Het
System Access Point verbindt de free@home-deelnemers met een smartphone, tablet of pc.
Via dit punt worden de deelnemers tijdens de inbedrijfname geïdentificeerd en
geprogrammeerd.
Apparaten die fysiek op de free@home-bus zijn aangesloten melden zich automatisch aan op
het System Access Point. Ze versturen informatie over type en ondersteunde functies.
Bij de eerste inbedrijfname krijgen alle apparaten een generieke naam (bijvoorbeeld dimaktor1,
...). De gebruiker moet deze naam wijzigen in een installatiespecifieke naam met een duidelijke
betekenis (bijvoorbeeld: "trappenhuisverlichting" voor een aktor in het trappenhuis).
Lastherkenning
Het apparaat voert bij de inbedrijfname een automatische belastingtest uit. Na het aansluiten
van de netspanning herkent het apparaat automatisch de aangesloten belasting. Als hier
problemen optreden, kan de bedrijfsmodus voor ieder kanaal individueel met de
ingebruiknamesoftware worden gewijzigd. Na een netspanningsuitval gaat de dimaktor terug
naar de geparametreerde instellingen.
Waarschuwing! – materiële schade
Beschadiging van apparatuur!
–
Aanwijzing
Bij inbedrijfname zonder belasting worden de kanalen/groepen niet herkend.
–
Groepsvorming
Waarschuwing! – materiële schade
Beschadiging van apparatuur!
Aansluiting op de verkeerde polen kan de belasting onherstelbaar vernietigen.
–
–
–
Als tijdens de eerste inbedrijfname de belasting groter is dan de maximale belasting van het
overbrugde kanaal, kan afhankelijk van het gebruikte type een groepsvorming van de kanalen
worden uitgevoerd.
Voor de verhoging van het vermogen kunnen de kanalen naar wens parallel geschakeld
worden. Het apparaat herkent na aansluiting van de netspanning automatisch de
parallelschakeling.
Als voor de verhoging van de belasting kanalen op het apparaat parallel geschakeld zijn, moet
dit in de ingebruiknamesoftware worden aangegeven. Hiervoor wordt in de
Producthandboek 2CKA002273B9765
Bij het herinschakelen via een installatie-automaat moet een wachttijd van
30 seconden worden aangehouden.
Neem de dimaktoren niet zonder belasting in gebruik.
Bij de parallelschakeling van kanalen moeten deze op dezelfde fase
aangesloten zijn.
Het gebruik op een stroomnet met scheidingstransformator en een
aansluitvermogen van ≤ 10 kVA is niet toegestaan.
Een combinatie van inductieve (L-) en capacitieve (C-)lasten op één kanaal
is niet toegestaan.
Inbedrijfname
│23