Afb. 12:
Aansluitklem free@home
Centraal UIT-functie met een impulsdrukker op nevenpost-klem 2.
–
Alternatief: timer op de nevenposten-klem 2
Aanwijzing
Gebruik in verschillende foutstroomcircuits is toegestaan.
Afb. 13:
Draadstriplengte
Draadstriplengte: 8 mm
Draadstriplengte busaansluitklem: 5 ... 6 mm
6.5
Derating
6.5.1
Verlaging van het aansluitvermogen met LEDi:
De opwarming van de dimmer wordt in belangrijke mate bepaald door de uitvoering van de
■
aangesloten LEDi. LEDi's met een lage powerfactor verwarmen de dimmer sterker zodat
het aansluitvermogen indien nodig moet worden gereduceerd.
De elektronica bij dimbare LEDi is niet gestandaardiseerd. De dimbaarheid kan alleen
■
gewaarborgd worden middels een test.
Let op! – Beschadiging van apparatuur
Beschadiging van apparatuur door oververhitting!
–
–
6.5.2
Gebruik met transformatoren / berekening nominaal vermogen
Gebruik met transformatoren:
Het dimmen van lampen met conventionele transformatoren gaat gepaard met extra
vermogensverlies. Dat reduceert het maximaal aansluitbare lampvermogen.
Producthandboek 2CKA002273B9765
Zorg ervoor dat bij gebruik van transformatoren elke transformator volgens
de specificaties van de fabrikant aan de primaire kant afzonderlijk of met een
temperatuurbeveiliging wordt beveiligd.
Gebruik uitsluitend gewikkelde veiligheidstransformatoren volgens
DIN EN 61558.
Aansluiting, inbouw / montage
│21