5.3.8. REGELSYSTEEM - GBS-ADRES INSTELLEN
Wanneer S-ECM-modules op de S-TOUCH of een GBS worden aangesloten, moet u de adressen binair
instellen (elke S-TOUCH-module moet een uniek adres hebben) op elke S-ECM -module met behulp van DIP-
switch SW1. Om de adressen van modules te controleren zorgt u er eerst voor dat de stroomvoorziening
uitgeschakeld is. Stel vervolgens de adressen in op de manier zoals is weergegeven in de tabel en
schakel dan de stroomvoorziening opnieuw in.
S-ECM
1
2
3
...
31
1
2
1
2
6. MONTEREN VAN DE DEURSCHAKELAAR
Voorbeeld voor het monteren van de deurschakelaar.
S-DS-MEC - bij montage volgens het
onderstaande aansluitschema moeten de
connectors 21 en 22 worden gebruikt.
Scharnierende deuren
7. RICHTLIJNEN VOOR HET AANSLUITEN VAN DE STROOMVOORZIENING
• Controleer voordat u de stroomvoorziening aansluit of de regelingen correct zijn aangesloten. Deze
..aansluitingen moeten worden gemaakt in overeenstemming met de technische documentatie.
• Controleer voordat u de stroomvoorziening aansluit of de spanning van de netvoeding overeenkomt met de
..werkspanning op het typeplaatje op de unit.
• Het is niet toegestaan om de unit op te starten zonder dat de aarding aangesloten is.
8. RICHTLIJNEN VOOR HET AANSLUITEN VAN LEIDINGEN4. INSTALLATION5. CONTROL SYSTEMS
• De aansluiting moet zodanig worden gemaakt dat daardoor nergens mechanische spanning ontstaat. Het
verdient aanbeveling om voor het verwarmingsmedium flexibele leidingen naar de warmtewisselaar te gebruiken.
• Het verdient aanbeveling om ontluchtingspunten te monteren op het hoogste punt in het systeem.
• Het systeem moet zodanig worden gemonteerd dat bij een storing de unit kan worden gedemonteerd. Het is
..daarom verstandig om waterzijdige afsluiters vlakbij de unit te monteren.
• Het systeem met het verwarmingsmedium moet zodanig worden beveiligd dat de druk van het
verwarmingsmedium niet hoger dan 1,6 MPa (16 Bar) kan worden.
30
3
4
5
6
4
8
16
Y1
S-DS-MAG bij schuifdeuren (waarbij de sensor en de
magneet evenwijdig worden gemonteerd) moet de
afstand tussen de sensorbehuizing en de magneet ten
minste 8-12 mm zijn. Voor scharnierende deuren mag
de afstand tussen de sensorbehuizing en de magneet
niet groter zijn dan 8 mm.
52129_MT-DTR-S-CEILING-EN-NL-FR-PL-HU-V1.2.docx
schakelaar omlaag
schakelaar omhoog