Reinig de glazen ruit uitsluitend als de kachel helemaal is afgekoeld!
7.4 DE BRANDERPOT MET ASLADE REINIGEN
De kachelpot met aslade moet voor elke opstart gereinigd worden.
1.
Haal de kachelpot en de aslade uit de verbrandingskamer. Zie afbeelding 19
& 20.
2.
Reinig de aslade.
3.
Reinig de branderpot en het rooster ervan met een borstel of stofzuiger.
Als de gaten van het rooster verstopt zitten, gebruik dan een puntig instru-
ment om de gaten vrij te maken (zie afbeelding 21).
4.
Reinig de ruimte onder de branderpot en de ruimte onder de aslade met
een stofzuiger.
G
Open gaten en een proper rooster van de verbrandingskamer zijn
uiterst belangrijk voor een goede verbranding van de pellets.
5.
Plaats de branderpot en de aslade terug in de kachel. Zorg ervoor dat de
branderpot op de juiste manier wordt teruggeplaatst. Zorg dat de uitspa-
ring van de branderpot bij de ontstekingsstaaf geplaatst wordt (zoals aan-
gegeven in afbeelding 22 en 23). Indien de branderpot verkeerd wordt te-
ruggeplaatst, zal de kachel niet ontsteken.
7.5 REINIGEN VAN DE WARMTEWISSELAAR
De warmtewisselaar moet dagelijks gereinigd worden met behulp van een schra-
per. Zorg ervoor dat de kachel uitgeschakeld is en de kacheldeur gesloten is. Be-
weeg de hendel van de schraper, welke gemonteerd is in het uitblaasrooster (zie
afbeelding 24) naar voren en vervolgens weer naar achteren. Herhaal deze hande-
ling 5 à 6 keer totdat de schraper zonder weerstand heen en weer te bewegen is.
7.6 DE VUURHAARD REINIGEN
Reinig eerst de warmtewisselaar (zie hoofdstuk 7.5 reinigen van de warmtewis-
selaar).
1.
Verwijder de branderpot met aslade. Zie hoofdstuk 7.4
2.
Verwijder het hitteschild, welke zich boven de kachel bevindt (zie afbeel-
ding 25).
3.
Demonteer vervolgens de inwendige beplating van de vuurhaard. Verwijder
de twee schroeven en neem de beplating uit de kachel. Zie afbeelding 26,
27 en 28.
4.
Verwijder het achterschot aan de linker- en rechterzijde. Zie afbeelding 29
en 30.
5.
Verwijder de houder voor de branderpot. Zie afbeelding 31.
6.
Verwijder de bodemplaten links en rechts. Zie afbeelding 32 en 33
7.
Verwijder het rooster voor de luchtdoorlaat. Zie afbeelding 34
1
81