nl
Inhoudsopgave
1 Veiligheid.................................... 94
1.1 Algemene aanwijzingen ........... 94
1.2 Bestemming van het appa-
raat ........................................... 94
1.3 Inperking van de gebruikers .... 94
1.4 Veiliger transport ...................... 94
1.5 Veilige installatie....................... 95
1.6 Veilig gebruik............................ 96
1.7 Beschadigd apparaat............... 98
2 Het voorkomen van materiële
schade ...................................... 100
3 Milieubescherming en bespa-
ring............................................ 100
3.1 Afvoeren van de verpakking .. 100
3.2 Energie besparen ................... 100
4 Opstellen en aansluiten ........... 101
4.1 Leveringsomvang ................... 101
4.2 Criteria voor de opstellocatie . 101
4.3 Apparaat monteren ................ 102
4.4 Het apparaat voor het eerste
gebruik voorbereiden ............. 102
4.5 Apparaat elektrisch aanslui-
ten........................................... 102
5 Uw apparaat leren kennen....... 102
5.1 Apparaat................................. 102
5.2 Bedieningspaneel................... 103
6 Uitrusting.................................. 103
6.1 Legplateau.............................. 103
6.2 Variabel legplateau................. 103
6.3 Flessenrek .............................. 103
6.4 Bewaarlade............................. 103
6.5 Groente- en fruitlade............... 104
6.6 Boter- en kaasvak .................. 104
6.7 Variabel deurrek ..................... 104
6.8 Accessoires ............................ 104
7 De Bediening in essentie......... 104
7.1 Apparaat inschakelen............. 104
7.2 Opmerkingen bij het gebruik . 105
92
7.3 Machine uitschakelen............. 105
7.4 Temperatuur instellen............. 105
8 Extra functies ........................... 105
8.1 Superkoelen .......................... 105
8.2 Automatisch Supervriezen ..... 105
8.3 Handmatig Supervriezen ........ 106
8.4 Vakantiemodus....................... 106
8.5 Energiebesparingsmodus ...... 106
8.6 Versmodus ............................. 107
8.7 Sabbat-modus ........................ 107
9 Alarm......................................... 107
9.1 Deuralarm............................... 107
9.2 Temperatuuralarm .................. 107
10 Koelvak ................................... 108
10.1 Tips voor het bewaren van
levensmiddelen in het koel-
vak ........................................ 108
10.2 Koudezones in het koelvak .. 108
11 Vriesvak .................................. 109
11.1 Invriescapaciteit.................... 109
11.2 Vriesvakvolume volledig
gebruiken ............................. 109
11.3 Tips voor het bewaren van
levensmiddelen in het vries-
vak ........................................ 109
11.4 Tips voor het bevriezen van
verse levensmiddelen .......... 109
11.5 Houdbaarheid van de diep-
vrieswaren bij −18 °C .......... 110
11.6 Ontdooimethodes voor
diepvrieswaren ..................... 110
12 Ontdooien ............................... 110
12.1 Ontdooien in het vriesvak .... 110
13 Reiniging en onderhoud ........ 110
13.1 Apparaat voorbereiden
voor reiniging ....................... 110
13.2 Apparaat schoonmaken ....... 111