nl Koelvak
Koelvak
9 Koelvak
In het koelvak kunt u vlees, worst,
Koelvak
vis, melkproducten, eieren, bereide
gerechten en brood en banket bewa-
ren.
De temperatuur is van 2 °C tot 8 °C
instelbaar.
De aanbevolen temperatuur in het
koelvak bedraagt 4 °C.
→ "Sticker "OK"", Pagina 84
Door de koelopslag kunt u ook zeer
bederfelijke levensmiddelen op korte
of middellange termijn bewaren. Hoe
lager de gekozen temperatuur is, des
te langer blijven de levensmiddelen
vers.
9.1 Tips voor het bewaren
van levensmiddelen in het
koelvak
¡ Alleen verse en onbeschadigde le-
vensmiddelen inruimen.
¡ De door de fabrikant vermelde
houdbaarheidsdatum of gebruiks-
datum in acht nemen.
¡ Levensmiddelen goed verpakt of
afgedekt inruimen.
¡ Warme etenswaren en dranken
eerst laten afkoelen.
9.2 Koudezones in het koel-
vak
Door de luchtcirculatie in et koelvak
ontstaan verschillende koudezones.
Koudste zone
De koudste zone is tussen de op de
zijkant gestempelde pijl en het eron-
der liggende legplateau.
Tip: Bewaar snel bedervende levens-
middelen in de koudste zone, bijv.
vis, worst en vlees.
84
Warmste zone
De warmste zone bevindt zich hele-
maal bovenaan in de deur.
Tip: Bewaar minder gevoelige le-
vensmiddelen in de warmste zone,
bijv. harde kaas en boter. Hierdoor
komt het aroma van de kaas beter
tot ontwikkeling en blijft de boter
smeerbaar.
9.3 Sticker "OK"
Met de sticker OK kunt u controleren
of in het koelvak de voor de levens-
middelen aanbevolen veilige tempe-
ratuurbereiken van +4°C of kouder
bereikt zijn.
De sticker OK wordt niet bij alle mo-
dellen meegeleverd.
Wanneer de sticker OK niet weer-
geeft, dan de temperatuur stapsge-
wijze verlagen.
→ "Koelvaktemperatuur instellen",
Pagina 83
Na ingebruikneming van het appa-
raat kan het tot wel 12 uur duren
voordat de ingestelde temperatuur is
bereikt.
Correcte instelling
Vriesvak
10 Vriesvak
In het vriesvak kunt u diepvrieswaren
Vriesvak
bewaren, levensmiddelen bevriezen
en ijsblokjes maken.
De temperatuur in het vriesvak is af-
hankelijk van de temperatuur in het
koelvak.
Langdurig bewaren van levensmidde-
len moet op een temperatuur van –
18 °C of lager gebeuren.