30 | Inbedrijfname
7.1
Voor het in bedrijf nemen
WAARSCHUWING: wanneer het toestel
zonder water in gebruik wordt genomen,
wordt het onherstelbaar beschadigd!
B Gebruik het toestel niet zonder water.
B Voordruk van het expansievat (extern) op de statische
hoogte van de CV-installatie instellen.
B Open de radiatorventielen.
B Koudwaterkraan (17 afb. 31) openen en een tapwa-
terkraan zolang openen tot water uitstroomt.
B CV-aanvoerkraan en cv-retourkraan [14 en 18, afb.
31] openen en CV-installatie tot 1-2 bar vullen en vul-
kraan sluiten.
B Ontlucht de radiatoren.
B Vul de verwarmingsinstallatie opnieuw tot 1 - 2 bar.
B Controleren of de gassoort overeenkomt met de gas-
soort op het typeplaatje.
B Gaskraan [16] openen.
7.2
Toestel in- en uitschakelen
Toestel inschakelen
B Schakel de hoofdschakelaar in.
Het display toont de momentele aanvoertemperatuur
van het cv-water.
De lamp voor branderwerking/storingen brandt con-
stant, zolang de brander in bedrijf is.
Afb. 32
Bij de eerste keer inschakelen wordt de ke-
tel eenmalig ontlucht. Daarvoor schakelt de
cv-pomp in intervallen aan en uit (ca. 4 mi-
nuten lang).
Het display toont
aanvoertemperatuur.
B Automatische ontluchter (9) openen en na het ont-
luchten weer sluiten (
Wanneer op het display
de aanvoertemperatuur verschijnt, dan is
het sifonvulprogramma in werking
(
pagina 38).
6 720 649 523 (2011/08)
afwisselend met de
pagina 29).
afwisselend met
Toestel uitschakelen
B Ketel via hoofdschakelaar uitschakelen.
Het display gaat uit.
B Als het toestel langer buiten bedrijf moet worden ge-
steld: neem de vorstbeveiliging in acht
(
hoofdstuk 7.8).
7.3
Verwarming CV inschakelen
De maximale aanvoertemperatuur kan tussen 35 °C en
ca. 90 °C worden ingesteld.
Neem bij vloerverwarmingen de maximaal
toegestane aanvoertemperaturen in acht.
B De maximale aanvoertemperatuur met de aanvoer-
temperatuurregelaar
aanpassen:
– Vloerverwarming bijv. stand 3 (ca. 50 °C)
– Lagetemperatuurverwarming: stand 6 (ca. 75 °C)
– Verwarming voor aanvoertemperaturen tot 90 °C:
Stand max.
3
4
2
5
1
6
max
Afb. 33
Wanneer de brander in bedrijf is, brandt de lamp voor
branderwerking groen.
Positie
Aanvoertemperatuur
1
ca. 35 °C
2
ca. 43 °C
3
ca. 50 °C
4
ca. 60 °C
5
ca. 67 °C
6
ca. 75 °C
max
ca. 90 °C
Tabel 13
NL
op de verwarmingsinstallatie
reset
eco
4
3
e
2
1
6
min
max
6 720 615 065-12.1O