NL
6
Elektrische aansluiting
6.1
Algemene aanwijzing
GEVAAR: Gevaar voor stroomschok!
B Bij het aansluiten en werken aan elektri-
sche delen altijd toestel spanningsvrij
maken: (zekering, hoofdschakelaar).
Alle regel-, stuur- en veiligheidsonderdelen van het toe-
stel zijn bedrijfsklaar bedraad en getest.
Veiligheidsmaatregelen conform NEN 1010 en speciale
voorschriften van de lokale energiebedrijven respecte-
ren.
In ruimten met badkuipen of douche mag het toestel al-
leen via een FI-aardlekschakelaar worden aangesloten.
Op de aansluitkabel mogen geen andere verbruikers
worden aangesloten.
In zone 1 de kabel verticaal naar boven toe leggen.
6 0 c m
2
1
Afb. 20
Zone 1, direct boven de badkuip
Zone 2, cirkel van 60 cm rondom badkuip/douche
Zekeringen
Het toestel is met drie zekeringen gezekerd. Deze bevin-
den zich op de printplaat (
Reservezekeringen bevinden zich aan de
achterzijde van de afdekking (
6 0 c m
1
2
6 720 612 659-13.2O
afb. 4, pagina 12).
afb. 22).
6.2
Netaansluiting
B Netstekker in een geaarde wandcontactdoos steken
(buiten zone 1 en 2).
B Bij niet voldoende kabellengte, kabel demonteren
(
hoofdstuk 6.3). Gebruik de volgende kabeltypen:
– HO5VV-F 3 × 0,75 mm
– HO5VV-F 3 × 1,0 mm
B Wanneer het toestel in zone 1 of 2 wordt aangesloten
kabel uitbouwen (
hoofdstuk 6.3) en kabeltype
2
NYM-I 3 × 1,5 mm
gebruiken.
Elektrische aansluiting | 25
2
of
2
6 720 649 523 (2011/08)