24 | Installatie
5.6
Aansluitingen controleren
Wateraansluiting
B Servicekraan aanvoerleiding en servicekraan retour-
leiding openen en CV-installatie vullen.
B Koppelingen op dichtheid controleren (testdruk: max.
2,5 bar op manometer).
B Open de koudwaterkraan van het toestel en de warm-
waterkraan van een tappunt tot er water naar buiten
komt (testdruk: max. 10 bar).
Gasleiding
B Om het gasblok tegen overdrukschade te bescher-
men, gaskraan sluiten.
B Koppelingen op dichtheid controleren (testdruk:
max. 150 mbar).
6 720 649 523 (2011/08)
NL