SATEL
ASP-205 – beide uitgangen aan welk de sirene is toegekend bediend beide akoestische en
optische signalering. Parameters van de signalering aangestuurd door ieder van de
uitgangen worden gescheiden geprogrammeerd voor de sirene. Dit maakt het mogelijk
twee verschillende, onafhankelijk aan te sturen manieren van signalering. De uitgangen
kunnen dus separaat de optische en akoestische signalering sturen of verschillende type
signalen voor alarm (bijv. inbraak of brand. Het commando om de signalering aan te
sturen wordt alleen naar de sirene verzonden gedurende de communicatie tijd periode.
Vandaar dat ook vasthouden tijd van het alarmsysteem uitgangen welke de sirene
aanstuurt langer dient te zijn dan de communicatie periode tijd. Het wordt aanbevolen dat
die tijd correspondeert met de tijd geprogrammeerd in de sirene voor signalering
aangestuurd door de uitgang.
De zones waaraan de draadloze sirenes worden toegekend kunnen als volgt worden
geprogrammeerd:
• NC, NO of EOL – de zone informeert alleen over voeding storing;
• 2EOL/NC of 2EOL/NO – de zone informeert over voeding storing en sabotage.
Het type van de zones waaraan de draadloze sirene is toegekend dient geschikt te zijn voor
de informatie die moet worden verzonden:
ASP-105 – eerste zone: lage batterij en sabotage; tweede zone: 12 VDC uitval en sabotage.
ASP-205 – beide zones: lage batterij en sabotage.
Informatie over sabotage wordt direct verzonden en storingen tijdens de communicatie
periode.
Een sabotage alarm wordt gegenereerd bij het openen van het sabotagecontact in de sirene:
ASP-105 – deze duurt voor de maximaal geprogrammeerde tijd voor de sirene (geluid en
optische signalering geprogrammeerd);
ASP-205 – ASP-205 – deze duurt 3 minuten (geluid type 1 en optische signalering).
Na het starten van de service mode, test mode en voor 40 seconden na het opstarten
van de voeding zal de signalering van de sirene zijn geblokkeerd, om zo de installatie
uit te kunnen voeren. Openen van het sabotagecontact zal geen luide signalering
aansturen maar informatie over de sabotage wordt wel verzonden (In de service mode
zal het alarmsysteem geen sabotage alarmen signaleren). Het commando om een
signalering te blokkeren/deblokkeren in samenhang met betreden-verlaten van de test
mode of service mode wordt verzonden gedurende de communicatieperiode.
6.4.3 Draadloze uitbreidingen van bedrade zones en uitgangen
De draadloze uitbreidingen voor bedrade zones en uitgangen (ACX-200 of ACX-201) nemen
tot 4 zones en 4 uitgangen in op het systeem. De alarm systeem zone / uitgang waaraan de
zone / uitgang in de ACX-200 of ACX-201 uitbreiding is toegewezen dient hetzelfde
geprogrammeerd te worden als andere bedrade zones / uitgangen van het alarmsysteem.
U dient wel te onthouden dat de gevoeligheid van de uitbreiding zones verschillend kunnen
zijn ten opzichte van die in het alarmsysteem:
– van 20 ms. tot 140 ms. – dezelfde waarde als in het alarmsysteem;
– meer dan 140 ms. – alleen bepaalde waardes zijn beschikbaar: 300 ms., 500 ms.,
700 ms., etc. iedere 200 ms. (de geprogrammeerde waarde wordt afgerond tot die
wordt ondersteund door de uitbreiding).
De EN50131-3 standaard eist dat zones moeten reageren op signalen die meer dan
400 ms. duren. Dit betekent in geval van draadloze uitbreidingen waar bedrade zones
en uitgangen op aangesloten kunnen worden, dat de gevoeligheid niet hoger mag zijn
dan 300 ms. (hoe hoger de waarde, hoe lager de gevoeligheid).
ACU-270
17