Veiligheidsaanwijzingen
2
Transport / opslag
2.7
Transport / opslag
2.8
Installatie en inbedrijfstelling
12
Controleer de levering direct na ontvangst op mogelijke transportschade. Stel het trans-
portbedrijf hiervan direct op de hoogte. Als er beschadigingen zijn geconstateerd, mag
het bedieningspaneel niet in bedrijf worden gesteld.
Gebruik, indien nodig, geschikte en voldoende bemeten transportmiddelen.
Als u het bedieningspaneel niet direct installeert, moet u het opslaan in een droge, stof-
vrije ruimte.
•
Plaats het bedieningspaneel tijdens de montage op een stabiele ondergrond. Als het
bedieningspaneel valt, kan het beschadigd raken.
•
Installeer het bedieningspaneel volgens de installatiehandleiding.
•
Aard het apparaat volgens de instructies in de bijgevoegde installatiehandleiding.
•
De installatie moet worden uitgevoerd door geschoold personeel dat speciaal daar-
voor is opgeleid.
•
Kabels voor hoge spanning, signalen en voeding moeten gescheiden van elkaar
worden gelegd.
•
Voordat het bedieningspaneel op de stroomvoorziening wordt aangesloten, moet
worden gecontroleerd of spanning en polariteit van de stroombron correct zijn.
•
De openingen in de behuizing zijn bedoeld voor de luchtcirculatie en mogen niet
worden afgedekt.
•
Plaats het bedieningspaneel niet op locaties waar het wordt blootgesteld aan een
sterk magnetisch veld.
•
De randapparatuur moet geschikt zijn voor het gebruiksdoel.
•
Bij bepaalde modellen van bedieningspanelen is het glas van het display voorzien
van een gelamineerde folie om krassen te voorkomen. Om te voorkomen dat het
bedieningspaneel door statische elektriciteit beschadigd raakt, moet de folie er na de
montage voorzichtig worden afgetrokken.
AANWIJZING
Voor het mobiele paneel DOP11B-M70 gelden extra (bijzondere) aanwijzingen.
•
Neem hiervoor de volgende hoofdstukken in acht:
– Opbouw van het apparaat DOP11B-M70
– Beveiligingsvoorzieingen DOP11B-M70
– Aansluiting DOP11B-M70
Compacte technische handleiding – Bedieningspanelen DOP11B