Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Ingebruikname; Instellingen - Renkforce 1301747 Bedieningshandleiding

Funk-wetterstation klimaindex
Inhoudsopgave

Advertenties

Beschikbare talen

Beschikbare talen

Meetwaarde beneden het
meetbereik (luchtvochtigheid)
Minimum-maximum waarden
Temperatuur beneden het
LL.L
meetbereik

Ingebruikname

a) Batterijen in de buitensensor installeren
1. Open het batterijdeksel (D) aan de achterkant van de buitensensor.
2. Plaats 2 AAA/Micro batterijen (batterijen niet inbegrepen) in het batterijvak van de buitensensor
in overeenstemming met de pooltekens (plus/+ en min/-).
3. Na het plaatsen van de batterijen branden alle weergave-elementen op het LCD-display van
de buitensensor. De kleurige zend-LED brandt kortstondig, om het zenden van een radiosignaal
weer te geven. De buitensensor is gereed voor gebruik.
4. Sluit het batterijvak weer.
Als het symbool
op het LCD-display van het weerstation verschijnt, dienen
de batterijen van de buitensensor te worden vervangen. De buitensensor heeft
eveneens een batterij-indicatie
b) Batterijen in het weerstation installeren
1. Open het batterijdeksel (1) aan de achterkant van het weerstation.
2. Plaats drie batterijen van het type AAA/micro (batterijen zijn niet inbegrepen) in
overeenstemming met de pooltekens (plus/+ en min/-) in het batterijvak.
3. Na het plaatsen van de batterijen branden alle weergave-elementen eventjes op het LCD-
display. Een korte pieptoon geeft aan dat het apparaat gereed is voor gebruik.
4. Sluit het batterijvak weer.
Het gebruik van oplaadbare batterijen in het product is in principe mogelijk. Door
de geringere spanning van oplaadbare batterijen (1,2 V tegen 1,5 V voor een niet
oplaadbare batterij) en een geringere capaciteit kan de bedrijfsduur van het
apparaat echter korter zijn. Als u ondanks deze beperkingen toch oplaadbare
batterijen wilt gebruiken, gebruik dan alleen speciale NiMH-batterijen met een
geringe zelfontlading. We raden echter aan om hoogwaardige alkalinebatterijen te
gebruiken om een langdurige en betrouwbare werking te verzekeren.
c) Installatie en montage
Het weerstation kan dankzij de voet op een vlak, stabiel en voldoende groot oppervlak geplaatst
worden. Gebruik een geschikte onderlegger om krassen te vermijden als het apparaat op een
waardevol meubelstuk wordt geplaatst.
Voor een feilloze DCF-ontvangst dient het weerstation niet naast andere elektronische
apparaten, kabels, metalen onderdelen enz. te worden geplaatst. Installeer het
weerstation en de sensor op circa 2 m van eventuele storingsbronnen. Hindernissen,
die de draadloze verbinding tussen beide verhinderen, zoals bijv. gebouwen, dienen
eveneens te worden vermeden. De reikwijdte van het draadloos signaal in het vrije
veld bedraagt ca. 30 m. Door de aanwezigheid van hindernissen wordt dit minder.
De sensor kan tevens aan de muur aan een haak, spijker of schroef worden opgehangen door
middel van de ophangopening (C). Breng de buitensensor aan op een muur die tegen weer, wind
en direct zonlicht is beschermd.
Let op dat u tijdens het boren en schroeven geen kabels of leidingen beschadigt. We
raden u aan om de buitensensor links of rechts naast een venster te bevestigen, zodat
u het geïntegreerd display eenvoudig kunt aflezen. De gekozen montageplek van de
buitensensor mag niet aan direct zonlicht blootgesteld worden, anders krijgt u
incorrecte meetwaarden. Directe neerslag dient tevens vermeden te worden.
d) Een communicatiekanaal instellen
Na het plaatsen van de batterijen zoekt het weerstation naar het signaal dat door de buitensensor
wordt uitgezonden. Op het display knippert het synchronisatiesymbool (dat bevindt zich direct bij
het buitensensorsymbool). Als de meetwaarden van de buitensensor werden ontvangen, verdwijnt
het symbool en de buitentemperatuur en luchtvochtigheid worden getoond op het LCD-display.
Als er na ca. 3 minuten nog geen signaal van de buitensensor werd ontvangen, kunt u op de toets
SEARCH (4) gedurende 3 seconden drukken, om een manuele zoekpoging voor de ontvangst te
starten.
Beweeg gedurende de zoektijd van het signaal van de buitensensor het weerstation en
de buitensensor niet en druk op geen enkele toets. De buitensensor toont temperatuur,
luchtvochtigheid en nummer van het communicatiekanaal CH 1 ook direct op het
geïntegreerde LCD-display.
e) DCF-ontvangst
Nadat de buitensensor werd herkend, start het weerstation met het zoeken naar het DCF-signaal.
Terwijl er naar het DCF-signaal wordt gezocht, knippert het zendermastsymbool
radiogolven worden getoond.
Verplaats het weerstation niet tijdens het zoeken en druk op geen enkele toets. Als
de ontvangst van het DCF-signaal mislukt, resp. na 5 minuten nog geen signaal werd
ontvangen, herhaalt het weerstation de ontvangstpogingen ieder uur. Druk de toets (3)
en houd hem gedurende 3 seconden ingedrukt om de automatische ontvangstpogingen
te onderbreken.
U kunt een manuele ontvangstpoging starten als er niet automatisch naar de ontvangst
wordt gezocht. Druk op de toets
de manuele ontvangstpoging te starten. Men moet rekening houden met een slechte
DCF-ontvangst bij bijv. metaalbedekt isolatieglas, staalbeton, gecoat speciaal behang,
in de buurt van elektronische apparaten of in kelders.
opgeslagen waarde beneden het
meetbereik (luchtvochtigheid)
Batterijsymbool
(Vervangen van de batterij is
noodzakelijk)
HH.H
Temperatuur boven het meetbereik
en houd hem gedurende 3 seconden ingedrukt, om
De synchronisatie met de DCF-tijd wordt automatisch dagelijks
uitgevoerd om 3, 4, 5 en 6 uur. Dit is voldoende, om de afwijking op
minder dan een seconde per dag te houden.
Het DCF-signaal wordt door een zender in Mainflingen (in de buurt
van Frankfurt am Main) uitgezonden. Diens reikwijdte bedraagt tot
1500 km; bij ideale ontvangstvoorwaarden zelfs tot 2000 km. Het DCF-
signaal omvat onder andere de exacte tijd (afwijking theoretisch een
seconde op een miljoen jaar!) en de datum. Natuurlijk hoeft u ook de
zomer- en wintertijd niet manueel te veranderen. Het symbool
wordt weergegeven, als het signaal van de zomertijd wordt ontvangen.

Instellingen

Als u gedurende ca. 20 seconden geen toets drukt, wordt de tijd-/datuminstelling of
de alarminstelling onderbroken. Het weerstation gaat weer terug naar de normale
weergave.
Houd de toets + (8) of - (7) ingedrukt, om de cijfers sneller te laten lopen.
a) Tijd en datum instellen
De manuele tijd- en kalenderinstelling is alleen nodig, wanneer het weerstation
buiten het bereik van de DCF-ontvangst wordt gebruikt, een andere tijdzone
dan de Duitse tijdzone is gewenst of als de DCF-ontvangst wordt gestoord door
omgevingsomstandigheden.
• Druk de toets MODE (9) en houd deze ingedrukt, totdat de 12/24 h instelleing knippert.
• Druk op de toets + (8) of - (7), om de instelling te veranderen. Bevestig de instelling met de toets
MODE. De tijdzone knippert.
• Herhaal het instelproces op dezelfde manier voor de complete instelsequentie:
12/24 uur, tijdzone, uren, minuten, seconden, jaar, maand, dag evenals de taal van de
weekdagweergave. U kunt kiezen uit de volgende talen: Engels (EN), Duits (GE), Frans (FR),
Spaans (ES), Italiaans (IT), Nederlands (NE), evenals Deens (DA) en Russisch (RU).
• Bevestig de laatste instelling met de toets MODE. Het weerstation gaat weer terug naar de
normale weergave.
b) Alarmtijd instellen
• Druk twee keer op de toets MODE (9) om naar de instellingsmodus van het alarm te gaan. "Al"
verschijnt.
• Druk de toets MODE en houd deze ingedrukt. De weergave van de uren van de alarmtijd begint
te knipperen. Druk op de toets + (8) of - (7), om de instelling van de uren te veranderen. Bevestig
de instelling met de toets MODE. De minuteninstelling knippert.
• Druk op de toets + of -, om de instelling van de minuten te veranderen. Bevestig de instelling
met de toets MODE.
c) Alarm activeren/deactiveren
• Schuif de schuifschakelaar ON/OFF (12) aan de achterkant van het weerstation op ON, om het
alarm "AL" te activeren. Het kloksymbool
• Schuif de schuifschakelaar ON/OFF aan de achterkant van het weerstation op OFF, om het alarm
"AL" te deactiveren. Het kloksymbool
d) Alarm beëindigen & sluimerfunctie
• Op het ingestelde alarmtijdstip hoort u een geluidssignaal en het kloksymbool knippert. Het
geactiveerde alarm wordt automatisch na 2 minuten beëindigd.
• Tijdens deze 2 minuten kan het alarm door eventjes op de toets SNOOZE/LIGHT (13) te drukken,
gedurende ca. 5 minuten onderbroken worden. Het kloksymbool knippert op het LCD-display.
Het alarm wordt na ca. 5 minuten hernieuwd gestart (sluimerfunctie). Dit kan maximaal 7 keer
worden herhaald.
• Druk op een willekeurige toets om het alarm of de sluimerfunctie te beëindigen.
e) Achtergrondverlichting inschakelen
Druk op de toets SNOOZE/LIGHT (13), om de achtergrondverlichting gedurende ongeveer 5
seconden in te schakelen.
f) Tijdweergave veranderen
• Druk één keer op de toets MODE (9), om naar de weergave van de weekdag te gaan.
• Druk twee keer op de toets MODE om weer terug te gaan naar de secondenweergave.
g) Temperatuureenheid selecteren
• Druk op de toets - (7) om de eenheid van de temperatuurweergave (°C of °F) te veranderen op
het weerstation.
• Druk op de toets °C / °F (F), om de eenheid van de temperatuurweergave (°C of °F) te veranderen
op de buitensensor.
h) Minimum/maximum weergave
zonder dat de
• Het weerstation slaat de minimum/maximum waarden van 24 uur op sinds de laatste reset resp.
het plaatsen van de batterijen.
• Het weerstation toont de maximum/minimum waarden van de temperatuur en de luchtvochtigheid
van de laatste 24 h op het LCD-display. De waarden zijn gemarkeerd met "MIN" en "MAX".
• Om eerder opgeslagen maximum/minimum waarden van de temperatuur en luchtvochtigheid te
tonen, kunt u op toets MEM (6) drukken. De bijbehorende gegevens zoals datum en tijd worden
knipperend als referentie getoond.
• Om de opgeslagen waarden te wissen, drukt u met een puntig voorwerp op de toets RESET (5).
Alle weergave-elementen branden eventjes en een korte pieptoon geeft aan dat het apparaat
gereed is voor gebruik. Er wordt opnieuw contact opgenomen met de sensor.
brandt op het LCD-display.
verdwijnt op het LCD-display.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave