13.2 Apparaat reinigen
Maak het apparaat schoon zoals voorgeschreven, zo-
dat de verschillende onderdelen en oppervlakken niet
door een verkeerde reiniging of ongeschikte reinigings-
middelen beschadigd raken.
WAARSCHUWING ‒ Kans op brandwonden!
Tijdens het gebruik worden het apparaat en haar on-
derdelen die men kan aanraken heet.
▶
Wees voorzichtig om het aanraken van verwar-
mingselementen te voorkomen.
▶
Kinderen jonger dan 8 jaar moeten uit de buurt wor-
den gehouden.
WAARSCHUWING ‒ Kans op brand!
Losse voedselresten, vet en vleessap kunnen in brand
vliegen.
▶
Voor gebruik dient u de binnenruimte, de verwar-
mingselementen en de accessoires vrij te maken
van grove verontreiniging.
WAARSCHUWING ‒ Kans op letsel!
Wanneer er krassen op het glas van de apparaatdeur
zitten, kan dit barsten.
▶
Gebruik geen scherp of schurend reinigingsmiddel
of scherpe metalen schraper voor het reinigen van
het glas van de apparaatdeur omdat dit het opper-
vlak kan beschadigen.
1.
De aanwijzingen voor de reinigingsmiddelen in acht
nemen. → Pagina 130
2.
De aanwijzingen voor de reiniging van de onderde-
len en oppervlakken van het apparaat in acht ne-
men.
3.
Indien niet anders vermeld:
De verschillende onderdelen van het apparaat
‒
reinigen met warm zeepsop en een schoon-
maakdoekje.
Droog na met een zachte doek.
‒
13.3 Binnenruimte reinigen
1.
Houd de aanwijzingen bij de
→ "Reinigingsmiddelen", Pagina 130 aanhouden.
2.
Gebruik heet zeepsop of azijnwater voor het reini-
gen.
3.
Gebruik bij sterke verontreiniging ovenreiniger.
Ovenreiniger uitsluitend in een koude binnenruimte
gebruiken.
Gebruik geen ovenspray, andere agressieve oven-
reinigingsmiddelen of schuurmiddelen.
Om krassen op het oppervlak te voorkomen, geen
schuursponsjes, ruwe sponsjes of panreinigingsmid-
del gebruiken.
Tip: Om onaangename geuren te verhelpen, een
kopje water met een paar druppels citroensap ge-
durende 1 tot 2 minuten met maximaal magnetron-
vermogen verwarmen. Om kookvertraging te vermij-
den altijd een lepel er in plaatsen.
4.
Met een zachte doek nadrogen.
Glazen bodem reinigen
1.
Houd de aanwijzingen bij de
→ "Reinigingsmiddelen", Pagina 130 aanhouden.
2.
Glazen bodem met heet zeepsop en een zacht vaat-
doekje schoonmaken.
Geen metalen of glazen schraper gebruiken voor
het schoonmaken. Niet schuren.
3.
Met een zachte doek nadrogen.
13.4 Voorzijde van het apparaat reinigen
LET OP!
Ondeskundige reiniging kan de voorzijde van het appa-
raat beschadigen.
▶
Geen glasreiniger, metalen of glazen schraper ge-
bruiken voor het schoonmaken.
▶
Om corrosie op RVS-fronten te vermijden, kalkvlek-
ken, vetvlekken, zetmeelvlekken en eiwitvlekken on-
middellijk verwijderen.
▶
Bij RVS-oppervlakken speciale RVS-reinigingsmid-
delen voor warme oppervlakken gebruiken.
1.
De aanwijzingen voor de reinigingsmiddelen in acht
nemen. → Pagina 130
2.
De voorkant van het apparaat met heet zeepsop en
een vaatdoek reinigen.
Opmerking: Geringe kleurverschillen op de voorzij-
de van het apparaat ontstaan door gebruik van ver-
schillende materialen, zoals glas, kunststof en me-
taal.
3.
Bij RVS-apparaatfronten het RVS-reinigingsmiddel
heel dun opbrengen met een zachte doek.
Het RVS-reinigingsmiddel is verkrijgbaar bij de klan-
tenservice of in de vakhandel.
4.
Met een zachte doek nadrogen.
13.5 Bedieningspaneel reinigen
LET OP!
Ondeskundige reiniging kan het bedieningspaneel be-
schadigen.
▶
Het bedieningspaneel nooit nat afnemen.
1.
De aanwijzingen voor de reinigingsmiddelen in acht
nemen. → Pagina 130
2.
Het bedieningspaneel met een microvezeldoek of
een zachte, vochtige doek reinigen.
3.
Met een zachte doek nadrogen.
13.6 Accessoires reinigen
1.
De aanwijzingen voor de reinigingsmiddelen in acht
nemen. → Pagina 130
2.
Ingebrande etensresten met een vochtige vaatdoek
en heet zeepsop losweken.
3.
De accessoires met heet zeepsop en een vaatdoek
of een afwasborstel reinigen.
4.
De roest met RVS-reiniger of in de vaatwasser reini-
gen.
Gebruik bij sterke verontreiniging een RVS-spiraal-
spons of ovenreiniger.
5.
Met een zachte doek nadrogen.
Reiniging en onderhoud nl
131