Niet geschikt voor de magnetron
Vormen en accessoires
Vormen van metaal
Servies met goud- of zil-
verdecor
Magnetronbestendig bij gebruik van de functie
CombiSpeed
Bij gebruik van de functie CombiSpeed kan er een ver-
warmingsmethode met een magnetronvermogen van
maximaal 600 W watt worden bijgeschakeld. Daarom
kunnen metalen vormen worden gebruikt bij de functie
CombiSpeed.
Vormen en accessoires
Meegeleverde accessoi-
res
Bakvormen van metaal
8.3 Vormen testen op hun
magnetronbestendigheid
Controleer m.b.v. een serviestest of vormen geschikt
zijn voor de magnetron. Het apparaat mag alleen bij
een serviestest met gebruik van de magnetronfunctie
zonder gerechten worden gebruikt.
WAARSCHUWING ‒ Kans op brandwonden!
Tijdens het gebruik worden de toegankelijke onderde-
len heet.
▶
De hete onderdelen nooit aanraken.
▶
Zorg ervoor dat er geen kinderen in de buurt zijn.
1.
De lege vorm in de binnenruimte plaatsen.
2.
Het apparaat gedurende ½ - 1 minuut instellen op
de maximale vermogensstand.
3.
In werking stellen met
4.
De vorm meerdere keren controleren:
– Wanneer de vorm koud of handwarm is, dan is
deze geschikt voor de magnetron.
Toelichting
Metaal laat geen micro-
golven door. Hierdoor
worden de gerechten niet
of nauwelijks opgewarmd.
Goud- en zilverdecor kan
door de microgolven be-
schadigd raken. Gebruik
dit alleen wanneer door
de fabrikant wordt gega-
randeerd dat het geschikt
is voor de magnetron.
Toelichting
De meegeleverde acces-
soires, zoals bijvoorbeeld
het rooster, vormen bij de
functie CombiSpeed geen
vonken.
Gebak wordt ook van on-
deren bruin, omdat bak-
vormen van metaal de
warmte beter geleiden.
Opmerking: Metaal kan
vonken veroorzaken,
waardoor de binnenruimte
en de binnenste deurruit
beschadigd kunnen ra-
ken. Voorwerpen die me-
taal bevatten dienen min-
stens 2 cm van de wan-
den van de binnenruimte
en de binnenkant van de
deur verwijderd te zijn.
.
– Wanneer de vorm heet is of er vonken ontstaan,
dan de serviestest afbreken. De vorm is dan niet
geschikt voor de magnetron.
8.4 Magnetron instellen
Voor uiteenlopende soorten gerechten en bereidingen
zijn er verschillende vermogens en instellingen beschik-
baar.
LET OP!
Het gebruik van het apparaat zonder gerechten in de
binnenruimte leidt tot overbelasting.
▶
Start nooit de magnetron zonder dat er zich etens-
waar in de binnenruimte bevindt. Alleen een korte
serviestest vormt hierop een uitzondering.
1.
De Veiligheidsinstructies → Pagina 115 en de aan-
wijzingen ter voorkoming van materiële schade
→ Pagina 117 in acht nemen.
2.
De aanwijzingen voor magnetronbestendige vormen
en accessoires in acht nemen. → Pagina 124
3.
De functiekeuzeknop op
4.
Druk op
om het gewenste magnetronvermogen in
te stellen.
5.
Stel de gewenste tijdsduur in met de draaiknop.
6.
In werking stellen met
U kunt de tijdsduur te allen tijde tijdens het bedrijf
met de draaiknop wijzigen.
a De tijdsduur loopt af en de magnetronfunctie start.
a Wanneer de tijdsduur afgelopen is, wordt de magne-
tronfunctie beëindigd en klinkt er een signaal.
7.
Draai wanneer het gerecht klaar is de functieknop
op de nulstand.
8.5 Intervallen van de tijdinstellingen
Het interval bij het instellen van een tijdsduur bij mag-
netronfunctie wijzigt zich met de lengte van de tijds-
duur.
Gebruiksduur
0-1 minuten
1-3 minuten
3-15 minuten
15 minuten - 1 uur
1 uur - 1 uur 30 minuten
8.6 Magnetronvermogen wijzigen
▶
Druk op
.
Door meerdere malen drukken gaat men van het
hoogste weer door naar het laagste magnetronver-
mogen.
Wordt de magnetronfunctie pas na de start toege-
voegd, dan pauzeert het apparaat. Start de werking
met
.
Magnetron nl
zetten.
.
Interval
5 seconden
10 seconden
30 seconden
1 minuut
5 minuten
125