Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Standaard Modi; Ontvochtigingsmodus; Ventilatormodus; Zwenkfunctie - Bosch Cool 2000 Installatie- En Bedieningshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

In deze modus, moet de uitlaatslang worden gebruikt om de
warme lucht af te voeren.

5.1.5 Standaard modi

Klimatiseringsmodus
Deze modus is ideaal geschikt voor warm en vochtig weer wan-
neer de ruimte moet worden gekoeld.
In de klimatiseringsmodus, kunnen de gewenste tempera-
tuur en het ventilatortoerental worden ingesteld.
Voor het correct instellen van deze modus, druk herhaalde-
lijk op de toets
tot de indicator
display toont de temperatuur die moet worden bereikt.
Voor het veranderen van de gewenste temperatuur, druk op
de toets
of
. Voor het instellen van het gewenste ven-
tilatortoerental, druk herhaaldelijk op de toets
schikbare luchtstromen zijn:
– Minimale luchtstroom: voor stil bedrijf
– Gemiddelde luchtstroom: voor een goede balans tus-
sen geluid en koelprestaties
– Maximale luchtstroom: voor maximale koelprestaties
en snelle afkoeling
In deze modus, moet de uitlaatslang worden gebruikt om de
warme lucht af te voeren.
De meest geschikte temperaturen gedurende de zomer liggen
tussen 24 en 27 °C. Het verdient aanbeveling de gewenste bin-
nentemperatuur niet meer dan 6 °C onder de buitentempera-
tuur in te stellen. Op extra hete dagen kan het
temperatuurverschil worden vergroot, maar mag niet meer
worden dan 10 °C.

Ontvochtigingsmodus

Deze modus is ideaal geschikt voor het verminderen van de
vochtigheid in de ruimte (lente en herfst, vochtige ruimten, re-
genachtige periodes, was drogen enz.).
Voor het correct instellen van deze modus, druk herhaalde-
lijk op de toets
tot de indicator ontvochtiging gaat bran-
den.
Het ventilatortoerental kan niet worden ingesteld. Het toe-
stel zal automatisch de beste luchtstroom kiezen.
Het display toont de kamertemperatuur.
Houd deuren en ramen gesloten om het beste ontvochti-
gingsresultaat te krijgen.
Cool 2000 – 6721875489 (2023/09)
gaat branden. Het
. De be-
Voor de ontvochtiging is het niet nodig de uitlaatslang te gebrui-
ken voor het afvoeren van de warme lucht. Echter, wanneer ook
koeling gewenst is, wordt geadviseerd de uitlaatslang aan te
sluiten om de warme lucht af te voeren.
Dit toestel is voorzien van een auto-verdampingsfunctie voor
het afvoeren van condensaat tijdens de klimatiserings- en ont-
vochtigingsmodus.
Opmerking: in geval van hoge omgevingsvochtigheid, is het
mogelijk om het condenswater continu af te voeren door de
meegeleverde slang aan te sluiten op de bovenste aftapslang
( hoofdstuk 6.3.1 "Continu aftappen", pagina 20).

Ventilatormodus

Voor het correct instellen van deze modus, druk herhaalde-
lijk op de toets
tot de ventilatorindicator
den. Voor het instellen van de gewenste luchtstroom, druk
herhaaldelijk op de toets
zijn:
– Minimale luchtstroom: voor stil bedrijf
– Gemiddelde luchtstroom: voor een goede balans tus-
sen geluid en luchtstroom.
– Maximale luchtstroom: voor maximale luchtstroom.
Het display toont de kamertemperatuur.

5.1.6 Zwenkfunctie

Deze functie beweegt de luchtuitlaatklep op het bovenpaneel
op en neer om de lucht gelijkmatig over de ruimte te verdelen.
De functie kan in elke modus worden ingeschakeld.
Druk op de toets
om de zwenkfunctie in te schakelen.
De luchtuitlaatklep zal beginnen met afwisselend op en
neer te bewegen.
Wanneer de toets
klep stilgezet in de stand van dat moment.
Wanneer de toets
klep weer op en neer bewegen.
Opmerking: om schade aan het interne mechanisme te voorko-
men mag de klep nooit handmatig worden bewogen!
. De beschikbare luchtstromen
nogmaals wordt ingerukt, wordt de
nogmaals wordt ingedrukt, gaat de
Bediening
gaat bran-
13

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave