Bediening
Nr. Toets/indicator
[14
Toets slaapmo-
]
dus
[15
Toets stille mo-
]
dus
[16
Toets auto-mo-
]
dus
[20
Indicator klima-
]
tisering
[21
Indicator ont-
]
vochtiging
[22
Indicator venti-
]
lator
Tabel 4
Toetsnamen en functies
5.1.3 AAN/UIT-schakelen
▶ Steek de stekker van het toestel in de contactdoos.
▶ Druk op
om het toestel in te schakelen.
Het toestel begint te werken in dezelfde modus en met dezelfde
instellingen als waarbij deze eerder was uitgeschakeld.
▶ Druk op de toets
om het toestel in stand-by te zetten.
Opmerking
•
Laat voor optimale prestaties van het toestel een deur/
raam iets openstaan (circa 1 cm) om goede ventilatie te
waarborgen.
•
Houd gordijnen op afstand van de luchtinlaat of luchtuit-
laat.
•
Schakel het toestel nooit uit door de stekker uit de contact-
doos te trekken.
•
Druk op de toets
om het toestel in stand-by te zetten en
wacht een paar minuten voordat de stekker uit de contact-
doos wordt getrokken. Op deze manier kan het toestel de
bedrijfsstatuscontroles uitvoeren.
•
Wanneer u het toestel uitschakelt en direct weer inschakelt,
duurt het vier minuten voordat de compressor weer start.
In het toestel houdt een elektronische regeling de compres-
sor gedurende vier minuten uitgeschakeld uit veiligheids-
overwegingen.
12
Functie
Inschakelen slaapmodus
Inschakelen stille modus
Inschakelen automatische mo-
dus
Geeft aan of de klimatiserings-
modus aan of uit is
Geeft aan of de ontvochtigings-
modus aan of uit is
Geeft aan of de ventilator aan
of uit is
Auto herstart
Wanneer het toestel onverwacht uitschakelt vanwege een on-
derbreking in de voedingsspanning, zal het automatisch her-
starten met de daarvoor gebruikte functie wanneer de
voedingsspanning terugkeert. De compressor zal na vier minu-
ten herstarten.
5.1.4 Smart cool select-modi
Het toestel heeft drie geautomatiseerde klimatiseringsmodi
(Auto, Stille en Slaap modus).
Auto-modus
•
In auto-modus regelt het toestel automatisch en stelt het
koelvermogen in conform de gewenste (ingestelde) tempe-
ratuur en de omgevingsomstandigheden.
•
Voor het kiezen van de auto-modus, druk op de toets
Het display toont de temperatuur die moet worden bereikt.
Voor het veranderen van de gewenste temperatuur, druk op
de toets
of
.
•
In deze modus, moet de luchtuitlaatslang worden gebruikt
om de warme lucht af te voeren.
Stille modus
•
In stille modus werkt het toestel stil op het zo laag mogelijke
geluidsniveau en stelt daarbij automatisch het koelvermo-
gen in conform de gewenste (ingestelde) temperatuur en
de omgevingsomstandigheden.
•
Voor het kiezen van de stille modus, druk op de toets
Het display toont de temperatuur die moet worden bereikt.
Voor het veranderen van de gewenste temperatuur, druk op
de toets
of
.
•
In deze modus, moet de luchtuitlaatslang worden gebruikt
om de warme lucht af te voeren.
Slaapmodus
•
De slaapmodus zorgt voor een ongestoorde en comfortabe-
le nachtrust. Het toestel werkt stil in een speciaal slaappro-
gramma en de lampjes van het bedieningspaneel worden
5 seconden nadat de modus is geselecteerd uitgeschakeld.
•
Voor het kiezen van de slaapmodus, druk op de toets
Het display toont de temperatuur die moet worden bereikt.
Voor het veranderen van de gewenste temperatuur, druk op
de toets
of
.
•
Nadat de slaapmodus is ingeschakeld, wordt de gewenste
(geselecteerde) temperatuur 60 minuten nadat de modus
is geselecteerd verhoogd met 1 °C en nogmaals met 1 °C na
60 minuten. Deze nieuwe temperatuur wordt automatisch
vastgehouden gedurende 6 uur voordat het terugkeert naar
de origineel ingestelde temperatuur in auto-modus.
Cool 2000 – 6721875489 (2023/09)
.
.
.