SATEL
MTX-300
11
programma 5. uitgang insteltijd
programma 6. uitgang insteltijd
programma 7. uitgang insteltijd
programma 8. uitgang insteltijd
programmeer
de
maximale
geen
communicatie
tijd
(aanwezigheidscontrole)
programmeer de maximale signaleringstijd voor sirene/flitser 1
programmeer de maximale signaleringstijd voor sirene/flitser 2
programmeer de maximale signaleringstijd voor sirene/flitser 3
programmeer de maximale signaleringstijd voor sirene/flitser 4
verlaat de functie
uitgangen en ingangen configureren
configureer uitgang OUT1 (informatie of deze als NO of NC
geprogrammeerd is, wordt weergegeven na de punt)
configureer uitgang OUT2 (informatie of deze als NO of NC
geprogrammeerd is, wordt weergegeven na de punt)
configureer uitgang OUT3 (informatie of deze als NO of NC
geprogrammeerd is, wordt weergegeven na de punt)
configureer uitgang OUT4 (informatie of deze als NO of NC
geprogrammeerd is, wordt weergegeven na de punt)
configureer uitgang OUT5 (informatie of deze als NO of NC
geprogrammeerd is, wordt weergegeven na de punt)
configureer uitgang OUT6 (informatie of deze als NO of NC
geprogrammeerd is, wordt weergegeven na de punt)
configureer uitgang OUT7 (informatie of deze als NO of NC
geprogrammeerd is, wordt weergegeven na de punt)
configureer uitgang OUT8 (informatie of deze als NO of NC
geprogrammeerd is, wordt weergegeven na de punt)
configureer uitgang OTMP (informatie of deze als NO of NC
geprogrammeerd is, wordt weergegeven na de punt)
configureer uitgang FTR (informatie of deze als NO of NC
geprogrammeerd is, wordt weergegeven na de punt)
configureer uitgang FTB (informatie of deze als NO of NC
geprogrammeerd is, wordt weergegeven na de punt)
configureer ingang IN1 (informatie of deze als NO of NC
geprogrammeerd is, wordt weergegeven na de punt)
configureer ingang IN2 (informatie of deze als NO of NC
geprogrammeerd is, wordt weergegeven na de punt)
verlaat de functie
programmeren van de signalering parameters
programmeer de signalering welke door ingang IN1 geactiveerd wordt
(informatie over welk signaleringstype geselecteerd is, wordt
weergegeven na de punt)
programmeer de signalering welke door ingang IN2 geactiveerd wordt
(informatie over welk signaleringstype geselecteerd is, wordt
weergegeven na de punt)