EiEtr,I
El
FK
7.5
Basiseenheid langer maken
De liftkooi is ook voor de montage bedoeld. De montagebescherming vóór
de ladder kan worden neergelaten (de besturing is dan afgedekt).
automatisch omlaag.
A
de volgende punten moet worden gelet:
.
De montage van de ladderelementen gebeurt vanuit de liftkooi.
o
De bediening gebeurt vanaf de liftkooibesturíng.
o
Nooit tijdens de rit in de rijweg grijpen.
o
Nooit tijdens de rit delen laten uitsteken in de rijweg.
o
Nooit op de lading gaan staan.
o
Nooit de liftkooi verlaten om op de ladderbaan of de kraanmast
klimmen.
Op
Levensgevaar
Levensgevaar door mastbreuk en val van de liftkooi.
Railverankeringen moeten op de volgende afstanden worden
aangebracht.
o
Eerste railverankering op
1,8
m hoogte.
o
De
volgende railverankeringen om de 4
m.
De
verankeringsafstanden kunnen max.
Om
bedragen, wanneer
niet vanuit de liftkooi gemonteerd wordt.
o
De bovenzijde van de slede mag bÍj
montage
slechts
tot en met
3,5 m over de laatste ladderverankering omhoog worden gereden,
tijdens bedrijf
slechts 2 m.
Na montage van een railverankering moet de ladderbaan met een
waterpas correct worden uitgelijnd.
Montagehandleiding
Pagina
32
van 48
M1015 NL 2015
/
01