4.2
Terugslag en overeenkomstige
veiligheidsvoorschriften
Terugslag is de plotselinge reactie die wordt veroorzaakt
door een vastlopende of geblokkeerd inzetgereedschap,
zoals een slijpschijf, draaischijf, staalborstel etc. Een
vastlopende of geblokkeerd inzetgereedschap leidt tot een
abrupte stop van het roterende inzetgereedschap.
Hierdoor wordt een ongecontroleerd elektrisch
gereedschap tegen de draairichting van het
inzetgereedschap op het blokkeerpunt versnelt.
Als bijv. een slijpschijf vastloopt of blokkeert in het
werkstuk, kan de rand van de slijpschijf die in het
werkstuk valt, vast komen te zitten, waardoor de slijpschijf
kan afbreken of een terugslag kan veroorzaken.
De slijpschijf beweegt dan naar de operator toe of van
hem af, afhankelijk van de draairichting van de schijf op
het blokkeerpunt.
Ook slijpschijven kunnen tijdens dit proces breken.
Een terugslag is het gevolg van een onjuist of verkeerd
gebruik van het elektrisch gereedschap. Dit kan door
passende voorzorgsmaatregelen worden voorkomen,
zoals hieronder beschreven.
a) Houd het elektrisch gereedschap goed vast
en breng uw lichaam en armen in een positie
waarin u de terugslagkrachten kunt opvangen.
Gebruik altijd de extra greep, indien
beschikbaar, om de grootstmogelijke controle
te hebben over terugslagkrachten of
reactiemomenten tijdens het aanlopen.
Het bedieningspersoneel kan door juiste
voorzorgsmaatregelen de terugslag- en reactiekrachten
onder controle houden.
b) Breng uw hand nooit in de buurt van
roterend inzetgereedschap.
Het inbrenginstrument kan over uw hand bewegen tijdens
de terugslag.
c) Vermijd met uw lichaam het gebied waar het
elektrische gereedschap zal bewegen in het
geval van een terugslag.
De terugslag drijft het elektrisch gereedschap in de
richting die tegenovergesteld is aan de beweging van de
slijpschijf op het vastklempunt.
d) Werk bijzonder voorzichtig rond hoeken,
scherpe randen, enz.
Voorkom dat inzetgereedschap tegen het
werkstuk stuitert en vastloopt.
Het roterende inzetgereedschap heeft de neiging vast te
lopen in hoeken, bij scherpe randen of wanneer het
stuitert. Dit veroorzaakt een verlies van controle of
terugslag.
e) Gebruik geen ketting of getand zaagblad.
Dergelijke insteekgereedschappen veroorzaken vaak een
terugslag of verlies van controle over het elektrische
gereedschap.
4.3 Speciale veiligheidsinstructies voor het
slijpen en doorslijpen:
a) Gebruik uitsluitend de voor uw elektrisch
apparaat toegestane slijpelementen en de voor
deze slijpelementen betreffende beschermkap.
Slijpelementen die niet zijn bestemd voor dit elektrisch
apparaat, kunnen niet voldoende worden afgeschermd en
zijn onveilig.
b) Gekartelde slijpschijven moeten zo worden
aangebracht dat het slijpvlak zich onder de
rand van de beschermkap bevindt.
Een verkeerd gemonteerde slijpschijf die over de rand van
de beschermkap uitsteekt, kan niet afdoende worden
afgeschermd.
c) De beschermkap moet goed op het
elektrische apparaat worden aangebracht en
voor een hoge mate van veiligheid dusdanig
zijn ingesteld dat het kleinst mogelijke deel van
het slijpelement open naar de
bedieningspersoon toe is gericht.
De beschermkap is helpt de bedieningspersoon te
beschermen tegen fragmenten, onvoorzien contact met
slijpelementen alsook tegen vonken, die kleding kunnen
doen ontbranden.
d) Gebruik altijd een onbeschadigde spanflens
in de juiste grootte en vorm voor de door u
geselecteerde slijpschijf.
Geschikte flenzen ondersteunen de slijpschijf en
verminderen zo het risico op breuk van de slijpschijf.
Flens voor doorslijpschijven kunnen verschillen van de
flensen voor andere slijpschijven.
e) Gebruik geen versleten slijpschijven van
grotere elektrische gereedschappen.
Slijpschijven voor groter elektrisch gereedschap zijn niet
voor de hogere toerentallen van kleiner elektrisch
gereedschap geschikt en kunnen breken.
4.4 Speciale veiligheidsinstructies voor het
slijpen met diamant-komschijven:
a) Gebruik altijd onbeschadigde opspanflenzen
van de juiste maat en vorm voor het gekozen
inzetgereedschap.
Geschikte flenzen ondersteunen het inzetgereedschap